Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd703A. [1621 oktober, november]. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1De saecken van Zeelant laet ick vor de vrienden van Zeelant. Van den staet van Hollant kan ick niet pertinents adviseren voordat ick in Den Hage sij. De advisen die ick hier krijge geven geen openynge tot redressement van de disordren. Het waer quaet genouch, al wilde men per discordias civiles tot den tytel van souveraineteyt geraecken. Dat meenen somyge, doch mijns bedunckens sal het gevaer van den viant sulcke desseins breecken, ende de oogen sijn te seer geopent om iet opentlijck te derven bestaen; waer het hapert ofte niet de finantiën verloopen.Ga naar voetnoot2 De nieuwe middelen konnen niet wel werden geconsenteert, de tweedracht groit ende men tracht niet om in ons gemeen gevaer de ingesetene een gemeen contentement te geven. AerssenGa naar voetnoot3 wert dagelijckx met gelijcke wapenen bevochten daermede den advocaetGa naar voetnoot4 bij de gemeente eerst hatelijck is gemaeckt. Dan de autheurs van die schriften toonen meer hevicheyt als verstant. Sooveel isser van: illius invidia ab omnibus peccatur.Ga naar voetnoot5 Sijn credyt mindert seer bij de gemeente. Men schrijft mij wt Hollant dat den adel tegens hem is gemiscontenteert, ende het schijnt dat de legatie naer Venetiën een eerlijcke relegatie sal sijn.Ga naar voetnoot6 Het miscontentement dat sijne MajesteytGa naar voetnoot7 ende eenyge raden tegens hem hebben wert meer als voordesen behartycht. MusGa naar voetnoot8 is occasie dat daervan onlanckx breet in de Vergaderynge van Hollant is gesproocken, ende veele van de leden meenden dat men om één persoon de ongunste van sulcken potentaet tegens de landen niet behoorde te voeden. Somyge vinden | |
vremt dat hij in ambassade naer Engelant wert gesondenGa naar voetnoot9 ende vreesen off het daer miscontentement soude geven, ende dat om sijnentwille de ambassadeurs in 't gemeyn eenyche clenycheyt mochte werden aengedaen ende hare besongen getraverseert. De reden warom sij dat achterdencken hebben is omdat hij te Venetiën ende in de plaetsen die hij passeerde bij de conynckx ambassadeuren ende agenten niet en is besocht, ende sij meenen dat hem van gelijcke nu tot Londen sal wedervaren. DuickGa naar voetnoot10 wert geoordeelt bij degheene die de Vergaderynge frequenteren sonder beleyt ende alleen bequaem om confusiën te maecken. De Gecommitteerde Raden hebben geduirende dese Vergaderynge versocht, overmits de experiëntie die sij nu van de regierynge hebben becommen, te mogen werden gecontinueert. Haer versouck is noch affgeslagen, noch geaccordeert. Ick meene dat de continuatie niet wel sal willen vallen; daer sijn te veel andere die daer graech naer sijn ende die oock moeten werden gerecompenseert. De veranderynge kan sonder groot prejuditie van het lant oock niet wel geschieden. Sij sijn meest gelijck gecomen, ende souden het collegie wederom genouchsaem moeten vernieuwen. De bequaemste stoffe van de nieuwe regierynge hebben sij eerst gebruickt ende sij is slecht genouch gevallen. Waer sullen sij andere becommen? Hadden wij van buiten niet te vreesen, wij souden noch vreemden handel met vermaeck sien. Maer het is te vreesen dat sulcke sturluden het schip aen gront mochten helpen ende de bootsluden ende passagiers resigneren maer als sij. Het ontcommen van Sapma,Ga naar voetnoot11 etc. | |
In dorso schreef Reigersberch: Copie van een brieff van mij aen broeder de Groot te Paris anno 1621. |
|