Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

7438. 1645 juni 8. Aan W. de Groot.¹

Mi frater,

Felice admodum vento et, quod boni ominis est, in nave Reginae habente nomen Colmariam Suediae pervenimus.² Misi illico literas ad magnum cancellarium et quendam ex meis qui hospitium quaereret.³ Respondit per eundem cancellarius humanissime. Hodie nobilem ad me misit cum curru suo, qui me deducat Inderacheram,⁴ ubi nunc sunt

1 Gedrukt Epist., p. 749 no. 1763. In werkelijkheid was Kalmar de plaats van verzending.

2 Het Zweedse oorlogsschip ‘Regina’ verliet de haven van Wismar in de vroege morgen van de 4^de juni. Drie dagen later kwam het kasteel van Kalmar in zicht (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 666-677).

3 De hofmeester - vermoedelijk Jean Rougissart (Rogge, Brieven van en aan Maria van Reigersberch, p. 319 en p. 321, en Ned. Leeuw 32(1914), kol. 57-58) - stelde zich in verbinding met de dienaren van rijkskanselier Axel Oxenstierna. Het nieuws van Grotius' aankomst in Zweden verspreidde zich snel.

4 Lees: ‘Söderåkra’, een landgoed ten zuiden van Kalmar.

[p. 676]

nostri legati.⁵ Cras eo properamus. Wismariae per undecim dies fuimus valde otiosi, ideo quia praefectus eius orae Wrangelius classem dividere non audebat, acceptis nuntiis de Danis, velle eos classem incendere; putabat arma ad id parari.⁶ Apparet hoc non esse verum, sed consilium per insidias id efficiendi. Deprehensus enim est homo, qui a Lubecensibus quibusdam, ut dicitur, emtus paraverat cistas plenas rebus quae ignem alunt, cum horologiis certo tempore ignem edituris.

Gaudeo vidisse me uxorem tuam ac liberos, quos velim omnes meo nomine salutes,⁷

tuus totus ut debeo,
H. Grotius.

5 Koningin Christina had een ‘zware’ delegatie naar het Zweeds-Deense vredesoverleg te Brömsebro gestuurd: kanselier Axel Oxenstierna en de rijksraden Johan Skytte, Matthias Soop en Ture Bielke. De plaats van rijksraad Johan Skytte († 25 maart/4 april 1645) was inmiddels overgenomen door Ture Sparre (1593-1664) (BLS XV, p. 4-14 en p. 105).

6 Generaal-majoor Karl Gustav Wrangel, bevelhebber van de Zweedse vloot in Wismar, kwam op de dag van Grotius' aankomst (21 mei) op het spoor van een man die door inwoners van Lübeck was opgestookt om tijdbomkisten te plaatsen in twee van zijn beste oorlogsschepen (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 662-666 en p. 668-669).

7 Willem de Groot, zijn echtgenote Alida Graswinckel en hun kinderen Johan, Jacob, Maria, Alida, Anna en Françoise; zie no. 7430, n. 20.

Lutetiae [sic], 8 Iunii 1645 novi Calendarii.

Adres (volgens de uitgave der Epist.): Guilielmo Grotio, iurisconsulto.