7301. 1645 februari 6. Van G. Keller.Ga naar voetnoot1
Hochedler, etc., hochgeneigter herr vnndt patron,
Vorgestern abend ist mons[ieur] de Avaux alhier angelanget,Ga naar voetnoot2 mit welchem anjetzo vnssere herren gesandten in deliberation vnndt vnterredung dass negotium pacis betreffend, begriffen seind.Ga naar voetnoot3 Vonn verschiedenen orthen wirt immittelst die nachricht anhero gegeben, dass die käysserl. der Portugesischen leich gern wiederumb quit weren,Ga naar voetnoot4 allein wüsten sie nicht, mit wass maniere ess geschenen sollte, weiln der bischoff Frantz Wilhellm dem rittmeister Wölfen den raub zuthuen, befehll vnndt ordre gegeben hatt, welchess dan die vhrsach, dass sie dass factum so guth müglich entschüldigen müssen, auch solchess mit verschiedenen vntüchtigen motiven zue weege zubringen sich vnterstehen. Von vnsserer legation ist dieser sachen halber ein trompeter mit schreiben an den herrn feldtmarschall Gleen abgefertiget worden,Ga naar voetnoot5 bey dessen zuruckkunfft ein mehrerss in der sache zuvernehmen sein wirdt.
Von Münster wirdt geschrieben, dass die Spanische ernewerte vollmacht daselbst
| |
Adres: A son Excellence, monseigneur Grotius, ambassadeur de Suede en France, à Paris. 18 st., tout 9 ll., 12 s.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Febr. 1645.
En in dorso: 27 Ian. 1645 Keller.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 125. Eigenh. ondertek. Georg Keller was secretaris van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius.
-
voetnoot2
- De Franse gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux, verscheen op 25 januari/4 februari in Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 494, en Die Französischen Korrespondenzen II, p. 117). Het overleg met de Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius zou vijf dagen in beslag nemen; zie no. 7302.
-
voetnoot3
- Het vraagstuk van de gelijktijdige aanvang van het ‘vredeswerk’ (negotium pacis) in Munster en Osnabrück (nos. 7288 en 7289).
-
voetnoot4
- De aanhouding van de lijkstoet van de Portugese gevolmachtigde dr. Rodrigo Botelho de Moraes († 15 december 1644 te Osnabrück). De keurvorslelijke gevolmachtigde Franz Wilhelm von Wartenberg, bisschop van Osnabrück, Minden en Verden, en de keizerlijk-Westfaalse bevelhebber Gottfried Huyn, graaf van Geleen, rechtvaardigden het optreden van de keizerlijke ritmeester Wolff (Wulff) en de inbeslagname van de Portugese goederen ‘comme bonne prise’. Na tussenkomst van de Munsterse bemiddelaar Alvise Contarini waren zij bereid tot teruggave van de kist en koffers: ‘zwar nit von rechts wegen, sondern auß courthesia’ (Acta pacis Westphalicae; Diarium Wartenberg I, p. 51-52 en p. 58-60; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 450 en p. 496, en Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 158-161 en p.
178-179).
-
voetnoot5
- De Zweedse gevolmachtigden stuurden op 4 februari een koerier naar het hoofdkwartier van de kei zerlijk-Westfaalse bevelhebber Gottfried Huyn, graaf van Geleen, in Dortmund. De missie verliep succesvol, want in de tweede helft van februari gaf de graaf van Geleen aan de Fürstenauer commandant Michael Wilhelm Kobolt von Tambach opdracht om kist en koffers over te brengen naar Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Diarium Lamberg, p. 43; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 496-497 en p. 503, en Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 201).
-
voetnoot6
- De Spaanse gevolmachtigden don Diego de Saavedra y Fajardo en Antoine Brun kregen op 31 januari hun verbeterde volmachten aangereikt (Acta pacis Westphalicae; Diarium Volmar I, p. 267-270, en Colección de Documentos Inéditos LXXXII, p. 511-513).
-
voetnoot7
- Koning Philips IV van Spanje stelde zijn Munsterse delegatie tegelijkertijd op de hoogte van de aanwijzing van drie nieuwe gevolmachtigden: Ramiro Núñez de Guzmán, hertog van Medina de Las Torres, oud-onderkoning van Napels, en de onderhandelaars Gaspar de Braccamonte y Guzmán (1595-1676), graaf van Peñaranda, en Joseph de Bergaigne (1588-1647), bisschop van 's-Hertogenbosch en gedesigneerd aartsbisschop van Kamerijk (‘Camtray’) (M. Fraga Iribarne, Don Diego de Saavedra y Fajardo, p. 432-438; Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 68, p. 72 en p. 118; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 490, en Diarium Volmar I, p. 273).
|