Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15
(1996)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd7007. 1644 augustus [20]. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Wij zullen hier de vaste houden buitenstijds: de vleischhouders van Parijs,Ga naar voetnoot2 alzoo vier stuvers vannieus gestelt was op een pond vleisch ende dat recht vercocht aen een partisan die groot proffijt daermede hoopte te doen, hebben te zamen gecomplotteert geen vleisch te vercoopen ende, in den raid van den coning ontboden zijnde, hebben daerbij gepersisteert. Wij zullen nu zien wie van beide zal wijcken. Eenige pachters zijn oock hard geslagen. Den 28 Iulii is Friburg overgegaen.Ga naar voetnoot3 Den tweeden Augusti is den hertogh van Anguien met zijn leger gecomen bij den marescal de Turenne, ende hoewel het leger van de Beyerschen lagh op twee bergen, waervan de eene hooger was als d'ander, wel geretrencheert ende bezet met afgehouden boomen, zoo hebben de Fransoisen hetzelve geattaqueert den derde ende vijfde, ende haerzelve meesters daervan gemaect, hoopende oock Friburg weder te becomen.Ga naar voetnoot4 | |
[pagina 668]
| |
Ga naar voetnoot4 Den vijant heeft wel tweeduizent man daer verloren; | |
eenige van voetvolck hebben haer gesalveert binnen Friburg, de ruiterie heeft haer gesalveert op eenige verder gelegene bergen. Van de Fransche zijde zijn verscheidene personen van qualiteit gebleven ende gequetst. Men verwacht hier den hertogh van Orleans,Ga naar voetnoot5 dewelcke den hertogh van Elboeuf zal laeten bij Grevelingen om de stadt in poincte te stellen van defensie ende monsieur Gassion aen een groot fort dat bij de Fransoisen gebouwt werdt te Watten tusschen Borborg ende Sint OmerGa naar voetnoot6 in een importante situatie om de intocht te doen in Vlaenderen, waerom men meent dat veele die getrocken waeren tegen mijnheer den prins van OrangieGa naar voetnoot7 terugge zullen moeten comen. Hertogh Carel heeft doen weten in Vrancrijck dat hij door de trage resolutie uit Vrancrijck over zijne voorslagen genoodzaect is geweest zich met de Spaignaerden te vougen,Ga naar voetnoot8 doch bereidt alsnoch te luisteren wanneer hem redelijcke conditiën zullen werden gepresenteert. De Fransoisen gaen weder blocqueren La Motte.Ga naar voetnoot9 Beck is wedergekeert in Lutsenburg. Den hertogh van Anguien, van die frontiere vertreckende, heeft eenige ruiterie daergelaeten.Ga naar voetnoot10 Men versterckt oock de guarnisoenen van Champagne, Picardië, Messin tegen alle de inval. De Fransoisen om haer te troosten over het verlies van Lerida zeggen dat zij Tarragona willen belegeren.Ga naar voetnoot11 Men meent dat den marescal La Motte-Odincourt zal teruggegeroepen werden, zijnde zijn steunsel quijt doordien monsieur de Noyers, zijne verwant,Ga naar voetnoot12 is buiten affairen. De nuntius alhier, hoewel de paus doot is ende noch geen tij- | |
ding en is van nieuwe verkiezing, is hier onthaelt als nuntius van de Stoel van Rome.Ga naar voetnoot13 De cardinalen zouden den achtste dezer vergadert zijn in conclave, maer wilden eerst dat het vremde crijgsvolck zouden vertrecken die uit Napels, Florenza, Parma in de stadt waeren gecomen.Ga naar voetnoot14 De Barbaryns stercken haer ende hebben den hertogh van Bouillon aen haere zijde.Ga naar voetnoot15 De vloot van Turckie, Alger, Bizerta werdt noch gezien zoo bij Otranto als bij Sicilië.Ga naar voetnoot16 Prince Thomas nae 't nemen van SartiranaGa naar voetnoot17 hadde eenigh volck gezonden om zich te fortificeren op de Navilla, een canal gaende nae Milan,Ga naar voetnoot18 eenige om Bremo te bloqueren. Den gouverneur van Milan, om zich in 't velt te stellen, was volck verwachtende uit Florenze ende Modena ende vijfhondert ruiters uit Venetië.Ga naar voetnoot19 De coninginne van EngelantGa naar voetnoot20 ende de princesse van Carignan hebben den andere gezien tot Saumur, vanwaer de princesse hier is gecomen,Ga naar voetnoot21 de coninginne gegaen nae de Bourboonsche wateren, waervan de baden goed zijn tegen de paralysie. De vrede in Engelant schijnt terugge [te] gaen, omdat den coninck in vergelding van zeven Ieren,Ga naar voetnoot22 in oorlogh becomen, gehangen bij de parlamentarissen, veertien gevangene parlamentarissen in gelijcken maniere heeft getracteert. Oock en is de confidentie niet recht tusschen die van het parlement ende d'ambassadeurs van de Vereenigde Nederlanden.Ga naar voetnoot23 | |
[pagina 670]
| |
Ga naar voetnoot23 Den co- | |
ninck ende prins Mauris, beide met haere trouppes, waeren bij Excester;Ga naar voetnoot24 men meende prince Robert, die weder eenige schade in zijn arrière-garde had gelede[n],Ga naar voetnoot25 mede daernaetoe ginge. Denzelve prince wierd vervolgt bij Lesle, gesterckt met eenige trouppes van d'heer Manchester, die zelve was te Douncaster.Ga naar voetnoot26 Calander belegerde de stadt Neucastel met twaelffduizent man.Ga naar voetnoot27 Waller ende Braun waeren bij Oxford, in welcke stadt oneenicheit was ende pest.Ga naar voetnoot28 Farfax was te Jorck.Ga naar voetnoot29 Den graef van Essex had d'heer RinfelGa naar voetnoot30 eenigh volck afgeslagen, Plimuth zoo men te Londen zeide ontzetGa naar voetnoot31 ende eenigh volck gezonden in Cornuaille. 't Leger dat gecommandeert is geweest bij den grave van Neucastel was verstroit,Ga naar voetnoot32 de roomschgezinden weder nae haere huizen getrocken.Ga naar voetnoot33 Onder de papieren van dezelve grave van Neucastel waeren gevonden eenige brieven van eenige lords van het parlement, dewelcke oorzaeck hebben gegeven van suspiciën tuschen de communes ende de lords,Ga naar voetnoot34 van welcke lords oock eenigen in den Tour zoude zijn gestelt. Twaelffduizent man wierden vannieuws bij 't parlement gelicht ontrent Londen. Wij hooren dat don Melos tot Gend in perykel is geweest vanwegen de gemeente.Ga naar voetnoot35 | |
[pagina 671]
| |
Wij hooren oock dat prince Thomas noch eenigh volck heeft voor het casteel van Arona,Ga naar voetnoot36 hebbende de stad becomen. In Provence werdt een vloot gereedgemaect. De vleischouders continueren noch vleisch te vercoopen,Ga naar voetnoot37 omdat gisteren als het vleisch quam van Poissi die nieuwe impost niet en is afgenomen, 'twelck zoo men zeit men doen wil Vrijdagh toecomende door macht van veele musquetten ende harquebuzen tegen de bijlen van de beenhackers. 27 [sic] Augusti 1644.
Wij hooren hier dat vier regimenten van HazfeldGa naar voetnoot38 zijn bij de riviere van de Sale ende wachten noch eenige die haer gehouden hebben ontrent Noremberg. | |
In dorso staat in een onbekende hand: Den 27 Aug. 1644. |
|