Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15

6801. 1644 april 6. Van C. Marin.¹

Monsieur,

J'ay bien receu celle qu'il vous a pleu m'escrire du 15 de ce mois, et espere que vous aurais appris de monsieur Dieteric vostre fils puisné,² revenu de la prison, comme il a pris icy vint et cinq dahle[r]s pour faire son voyage à Paris, à condition de les payer à messieurs Hervart à Lyon,³ qui vous en auront escrit et ausquels j'espere que vous les fairé rendre au plustost afin qu'il ne m'en arrive du mal, ayant autrement assez à faire de trouver de l'argent.

Le cardinal Bichi est revenu à Venise de chez le duc de Parme,⁴ qui remet ce peu de difficultez qui restent à vuider à l'arbitrage de la ligue, pourveu qu'on luy rende son estat de Castro. On espere pourtant que la paix conclue de part et d'autre se publiera bientost, mais l'ex[e]cution d'icelle ira encor à la longue et cependant peu[ven]t entrevenir des nouveaux obstacles qui la traverseront ou rompront tout à fait, la surprise que tout nouvellement les Barbarins ont tenté de Bondino, Carafolo et d'autres places sur Po⁵ donnant assez à doubter de la dureté de ceste paix, puisqu'en revange d'un tel affront les Venetiens ont battu vers Francolino⁶ quelques trouppes du pape et pris le gouverneur du

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 9, 325. Eigenh. oorspr. Antw. op een ontbrekende brief van 15 maart 1644.

2 De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot, zo juist vrijgelaten uit Beierse krijgsgevangenschap (nos. 6741, 6742 en 6778) zocht geld om zijn terugkeer te bekostigen. De armlastige Zweedse resident te Zürich hielp Grotius' jongste zoon uit diens eerste financiële zorgen; vgl. no. 6791.

3 De terugbetaling van het voorschot zou moeten lopen over Barthélemy (1607-1676) en Jean-Henri Herwart (1609-1675), bankiers te Lyon (Ph. Mieg, ‘Notes biographiques et généalogiques sur la branche française des Herwart’, in BSHPF 117(1971), p. 447-468).

4 Op 29 maart sloot de Italiaanse vredesbemiddelaar kardinaal Alessandro Bichi een laatste onderhandelingsronde met Odoardo Farnese, hertog van Parma, af (V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi IV 1, p. 681). In overleg met vertegenwoordigers van de republiek Venetië, hertog Ferdinando II van Toscane, en Francesco I d'Este, hertog van Modena, kon op 31 maart te Ferrara de vrede getekend worden in het conflict met paus Urbanus VIII over de rechten op het hertogdom van Castro.

5 De pauselijke neven Francesco en Antonio Barberini vochten om het behoud van het fort bij Pontelagoscuro. Op de valreep namen zij wraak met aanslagen op enkele steunpunten van de Italiaanse bondgenoten aan de oevers van de Po: Garofolo (ten zuiden van Polesella in de Polesine) en Bondeno (vestingstad van de hertog van Parma).

6 De Venetianen sloegen terug in Francolino (plaats ten oosten van Pontelagoscuro). Overrompeld door het krijgsgeweld kon de pauselijke gouverneur Marco Doria zich niet op tijd in veiligheid stellen (V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi IV 1, p. 648-654).

[p. 299]

fort de Lacoscuro, à ce qu'on en escrit de Venise, où on devient fort jaloux du mariage qui se traitte entre le duc de Mantoue et la princesse d'Orleans.⁷

Le differend des Grisons à cause de temples repris par les protestans⁸ s'aigrit fort et pour l'assopir on s'assemblera en peu de jours à Coire, où les deputez tant de protestans que de cattoliques suisses comparoistront pour aider chacun à sa faction. On commence à attaquer par force Uberlinghen⁹ et Rakozy a pris Cachau.¹⁰

Je ne reçois pas encore d'argent, demeurant pourtant icy comme l'oiseau en air.

Je demeure, monsieur,

tout le vostre,
C.M. m.p.

7 Anne-Marie-Louise van Orléans (‘la Grande Mademoiselle’), hertogin van Montpensier, was de meest begeerde prinses van Frankrijk. Eind oktober 1643 sprak men in Parijs over haar aanstaande huwelijk met Karel II van Gonzaga (1629-1665), hertog van Mantua; zie nos. 6505 en 6545 (dl. XIV).

8 De godsdiensttwisten in Graubünden en de inname van de kerken van Zizers, Untervaz en Churwalden door de protestanten. Op verzoek van de katholieke ingezetenen zou er op 26 maart/7 april te Chur een beslissing moeten vallen over de bemiddeling door de kantons Zürich, Bern, Luzern, Uri, Schwyz en Glarus (Jecklin, Materialien I, p. 391).

9 Onder de Zwabisch-Beierse belegeraars groeide de vrees dat het leger van maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, hen alsnog zou afhouden van de verovering van het Frans-Weimarse steunpunt Ueberlingen.

10 In de derde week van maart dwong de Zevenburgse vorst György I Rákóczi het keizerlijk garnizoen van Kośice (Kaschau) tot overgave (Doc. Boh. VII, p. 81 nos. 193-194).

De Zurig, ce 27 de Mars 1644.

P.S. Je vous supplie de me mander quand le fils du gran[d] chancelier¹¹ passera par icy vers l'Italie. Tout à ceste heur je vien[s] de recevoir des lettres qui disent que Bichi n'est pas encores retourné de Parme et que pourtant la paix est en doubte et cependant on entreprend l'un sur l'autre de tous costés, ce qui est un mauvais signe de la paix.

Je vous envoye cy-jointes conditions de la paix,¹² le[s]quelles si le pape ratifie c'est signe qu'il s'en va mourir bientost, car autrement elles sont fort desadvantageuses aux Barbarins et je doubte fort de leur execution tant qu'on ne rendra Castro reelement.¹³

11 Erik (1624-1656), jongste zoon van de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna, verbleef momenteel in de Republiek. Zodra de zomer aanbrak, zou hij zijn ‘tour’ hervatten; vgl. nos. 6437 en 6452 (dl. XIV).

12 Regelmatig ontving Carl Marin poststukken van de Franse ambassadeur in Venetië, monsieur Des Hameaux.

13 De bijlage ontbreekt. Paus Urbanus VIII († 29 juli 1644) ratificeerde de vredesverdragen van Ferrara op 9 april (V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi IV 2, p. 411-414).

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 20 April.

En in dorso: 22 [sic] Mars 1644 Marin.