Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15
(1996)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6800. 1644 april 4. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, 'tGeene wij van Ragotski hebben, gelieve u. Exc.tie wt bijgaende gazetteGa naar voetnoot2 te sien, dewelcke medebrengen dat hij nae de Bergsteden avanceert.Ga naar voetnoot3 Van Riga word gemelt dat graeve Woldamar ernstelijck is versocht de Russische religie aen te nemenGa naar voetnoot4 ende dat den Sweedschen inval in Holstijn bij hem groote alteratie heeft veroorsaackt,Ga naar voetnoot5 dat oock om dese twee redenen het bijlaegerGa naar voetnoot6 is opgeschoven geworden. In Moscou, Polen en Littauwen is het gans still en hoort men daer van geene wervingen. De propositie van den Moscovitischen afgesanten in der WildeGa naar voetnoot7 heeft alleen gestreckt tot vergelijckinge wegen de grensen in Siveria.Ga naar voetnoot8 Wt Silesiën hebben wij dat den generael Göts,Ga naar voetnoot9 naedien hij alle sijne troupen tesamengetrocken, met sijn gans corpus over de Oder is gegaen, het aensien nae, om Wollau wederom te attacqueren. Andere meinen dat het is om sich met Gallas te vervoegen.Ga naar voetnoot10 De gearresteerde keyserlijcke officiren te PrageGa naar voetnoot11 sijn op twee nae alle losgelaeten. Van de Sweedsche troupen in Slesiën onder conduite van den oversten Douglas en Rijckwalt | |
verneemt men wijders niet als dat sij alle plaetsen aldaer sooveel mogelijck provianderen en versien.Ga naar voetnoot12 Van de conincklijcke hooftarmee hebben wij dat deselve nu sterck is ‹1›6000 peerden en 12000 knechten. Den heere generael Torstenson is noch tot Hadersleven,Ga naar voetnoot13 laet allerhanden preparatoria van schuiten en booten vervaerdigen. Sijn Exc.tie heeft mij selfs toegeschreven de dato 7 Martii ende verhaelt daerin hoe dat den 28 Februarii de Deensche bij MiddelvaartGa naar voetnoot14 in 600 man sterck, onder het faveur van 6 oorlogschepen, die sterck met canon op de onse speelden, waeren overgeset ende eenige reduiten wilden bestormen. Maer sijn van de onse wederom teruggegedreven ende sich met confusie wederom in de booten moeten retireren met tamelijck verlies en achterlaetinge van eenige dooden. Rex Daniae is te CoppenhagenGa naar voetnoot15 en segt men dat hij vandaer nae Schoonen soude gaenGa naar voetnoot16 om ordre te geven, 'twelck den tijt sal leeren. Generael Horn laet 't slot bij Elsenburg fortificerenGa naar voetnoot17 ende heeft daer noch goede progressen ende hebben alle ossen en ander vee wt Schoonen Sweden-waerts ingedreven. In Sweden sijn veele boeren op ontboden om in de ScheerenGa naar voetnoot18 het ijsch op te hacken ende door dat middel met de oorloghschepen vroeger in zee te connen loopen, 'twelck God geve. Den generael-major Coningsmarck is te Halberstad in persoon met 8 compagniën. De rest van sijn volck gaet over de Hartz nae Mulhausen om nae Duringen en Meissen te marcheren.Ga naar voetnoot19 Monsieur d'Avaux is den 7/17 Martii te Munster aengecomen ende aldaer ingehaelt geworden, gelijck ick u. Exc.tie voor 8 dagen gemelt.Ga naar voetnoot20 Den heere Oxenstirn was noch niet te Osnabrugge aengecomen.Ga naar voetnoot21 Men gaet daermede om eene seeckere plaetse tussen Munster en Osnabrugge te beraemen daer de Sweedsche ende Fransche ambassadeurs haere conferentie souden mogen houden.Ga naar voetnoot22 | |
Generael Gustaf Horn is sterck 10000 man.Ga naar voetnoot23 Den coning van Dennemarcken soude gerne eenich volck in Schoonen oversetten, maer dorft het niet waagen. Waermede verblijve, mijnheere, u. Exc.tie dienstwilligste. | |
Hage, 4 Aprilis 1644. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 13 April 1644. |
|