den tytel van churfurst,Ga naar voetnoot7 den cardinael Mazarini niet. Den vorst van Beyeren wilt dat de Paltsische zaeck niet te Munster ofte te Osnabrug, maer te Wenen zal werden gehandelt.Ga naar voetnoot8 Heeft in die termen geschreven aen den coning van Denemarcken.Ga naar voetnoot9 Isola, keiserlijcke resident in Engelant,Ga naar voetnoot10 hout dezelve tael.
Uit Engelant hooren wij dat 's conings volck van Clocester zijn vertrocken, maer Excester zijnde van gheene minder importantie hebben becomen.Ga naar voetnoot11 Dat het concept van ligue bij de Schotten gemaect, is geapprobeert in het parlement met weinigh verandering, daerin de Schotsche commissarissen tot Londen zijnde hebben geconsenteert.Ga naar voetnoot12 Maer de Schotten voor ende aleer te marcheren willen een millioen op de hant hebben.
Men druckt hier een groote victorie van 't volck van den hertogh van Toscane tegen de Barbarynsche,Ga naar voetnoot13 van dewelcke wel duizent zouden zijn gevangen ontrent Montgiovin; andere twijffelen daeraen. Uit Spaignie werdt hier gezegt dat het leger van den coning van Spaignie is veertienduizent man te voet, vierduizent te paerd in Catalagne. Dat den coning verboden heeft de Catelans eenigen hinder te doen ende veele van dezelven eerlijcke ampten geeft in zijn leger, maer dat in Spaignie groot gebreck is van gelt, zoo den eedt die 't rijck van Arragon zoude gedaen hebben aen den infant van SpaignieGa naar voetnoot14 is achtergebleven, omdat de costen van de solenniteit te groot zoude hebben gevallen. Dat den marescal de La Motte-Odincourt de Spaignaerden, tot twaelffhondert scheep over de Ebro zijnde gecomen om Flix aen te tasten, heeft geslagen, veele gevangen.Ga naar voetnoot15 Dat den
| |
hertogh van BreszéGa naar voetnoot16 bij Capo de Gatta niet verre van CarthagenaGa naar voetnoot17 ter zee heeft becomen 't admiraelschip van Naples, een galeon, twee schepen, alles met geschut. Dat den coning van Portugael ontrent Badagos heeft twaelffduizent man te voet, tweeduizent te paerd, ende in Galisse zesduizent met sobre wederstandt van de Castillanen.
Van Francfort zijn vertrocken de Wurtzburgsche ende Norembergsche gedeputeerden.Ga naar voetnoot18 Men meent oock de Saxensche ende Brandenburgsche haer zullen gaen ververschen. Daerentuschen laet de vergadering van de resterende niet te continueren in haere besoigne.
3 Octobris 1643.
Wij crijgen hier de tijdinge dat Trin is in de Fransche handenGa naar voetnoot19 ende dat nae de victorie becomen bij Capo de Gatta vier Duinkercksche schepen daerontrent leck geworden ende te gronde zijn gegaen. Boulei is hier wedergecomen vanwegen hertogh Carel.Ga naar voetnoot20 Monsieur de Chavigny is tweemael geweest bij den hertogh van Beaufort.Ga naar voetnoot21 Veele galeien van Naples ende Siciliën zijn gegaen nae Spaignie, voerende onder anderen vijftienhondert Duitschen ende eenige Spaignaerden uit de garnisoenen van Italië ende Sicilië.
Wij hooren dat boven de stadt van Excester, Biddeford, Appleford, BarnstabelGa naar voetnoot22 de landen van Northumberland, Comberland, Westmerland, Durham ende heel Wales, oock de haven van Milford, zich verclaeren voor den coning van Engelant.Ga naar voetnoot23 Dat zijne Majesteit een leger heeft van twaelffduizent man te voet, zesduizent te paerd, boven 't volck onder den general Wilmoth.Ga naar voetnoot24 Dat den graef van NieucastelGa naar voetnoot25 noch belooft te brengen vijfduizent ende prince Mauris zevenduizent, met welcke macht den coning hoopt de trouppes der parlementarissen te omcingelen. Hier comt noch bij dat Hul gebloqueert is bij den voorzeide grave van Neucastel ende dat het bootsvolck van Warwyck meuten omdat het beloofde gelt haer niet en volgt.Ga naar voetnoot26 Wat alle van alle deze tijdingen in Hollant gelooft werdt, zal ick garen verstaen.
| |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1643 uyt Paris.
|
-
voetnoot1
- Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 33j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6456. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 4/14 oktober 1643).
-
voetnoot2
- Aan de verwarring die op 30 september ontstond na de ontheffing van Charles de Valois, hertog van Angoulême, van zijn legertaken (no. 6446 n. 17) kwam een einde, toen Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, zich toch nog liet overhalen om de leiding te nemen over het legercorps dat via Saarbrücken en Kaiserslautern een toegang moest verschaffen tot de Rijn (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 223-231). Zie voor het onderhoud dat Grotius op donderdag 1 oktober met de hertog van Enghien over deze expeditie mocht hebben, no. 6458.
-
voetnoot3
- Luitenant-generaal Josias Rantzau moest het noodlijdende Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant terugloodsen naar de verlaten stellingen in het Zwarte Woud (Episodes Guébriant, p. 371-375).
-
voetnoot4
- Het Hessische leger van Caspar, graaf van Eberstein, had alle mankracht nodig voor de verdediging van de eigen garnizoenen in Kempen, Linn, Neuss en Kalkar.
-
voetnoot5
- Hans Christoph, graaf van Königsmarck, was met het Zweedse expeditieleger op weg naar Pommeren.
-
voetnoot6
- Maarschalk Gaspard III de Coligny, hertog van Châtillon, had opdracht gekregen om bij aankomst in Guise de oorspronkelijke legertaken van de ‘zieke’ hertog
van Angoulême over te nemen.
-
voetnoot7
- Karl Ludwig, zoon en erfgenaam van de verdreven keurvorst Frederik V van de Palts. De hertog van Orléans en de prins van Condé aarzelden niet om de ‘paltsgraaf’ (comte palatin) aan te schrijven met de titel ‘Vostre Altesse electorale’. Kardinaal Jules Mazarin wilde evenwel niet verder gaan dan ‘Vostre Altesse’ (Lettres Mazarin I, p. 324-325).
-
voetnoot8
- Keizer Ferdinand III schaarde zich achter de mening van hertog Maximiliaan I van Beieren. In een missive van 18 juli 1643 maakte de keizer bekend dat de besprekingen over de kwestie van de Palts op 17 oktober a.s. te Wenen hervat zouden worden (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 28 en p. 38; Dickmann, Der Westfälische Frieden, p. 378, en Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 31-32).
-
voetnoot9
- Zie voor de brief van de hertog van Beieren aan de koning van Denemarken, no. 6458. Koning Christiaan IV van Denemarken had de keizer en de keurvorsten herinnerd aan hun toezegging om vrijgeleidebrieven uit te schrijven voor een Paltsische delegatie ter vredesconferentie; vgl. no. 6354.
-
voetnoot10
- Franz Paul (1613-1674), vrijheer van Lisola, keizerlijk resident in Engeland 1641-1645 (A.F. Pribram, Franz Paul Freiherr von Lisola, Leipzig 1894).
-
voetnoot11
- Koning Karel I gaf Gloucester prijs aan het leger van Robert Devereux, graaf van Essex. Deze manoeuvre verschafte de koninklijken de gelegenheid om de capitulatie van Exeter af te dwingen (4/14 september 1643) (CSP Ven. 1643-1647, p. 20-23).
-
voetnoot12
- Het voorstel van de ‘commissioners of the general assembly of the Kirk of Scotland’ kreeg in Londen een goede ontvangst. Op 18/28 september hechtten beide huizen van het Parlement hun goedkeuring aan de ‘solemn league and covenant, for reformation and defence of religion, the honour and happiness of the king, and the peace and safety of the three kingdoms of England, Scotland and Ireland’ (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 166-174).
-
voetnoot13
- De soldaten in dienst van paus Urbanus VIII (Maffeo Barberini). De Gazette 1643, no. 124, ‘extraordinaire du II octobre’ berichtte over de slag die het leger van prins Mattias de' Medici op 6 september tegen een contingent pauselijke troepen onder bevel van dom Vincenzo della Marra aan de voet van de Mongiovino (ten oosten van Città della Pieve) had geleverd: ‘La bataille donnée pres de Mongiovin, entre l'armée du pape et celle de Florence’. Zie ook V. Siri, Il Mercurio overo Historia de' correnti tempi III, p. 819-822.
-
voetnoot14
- Koning Philips IV liet zijn zoon Baltasar Carlos (1629-1646), prins van Asturias, twee jaar later in Aragon inhuldigen; vgl. J.H. Elliott, The count-duke of Olivares, p. 670.
-
voetnoot15
- In dezelfde ‘extraordinaire du II octobre’ (Gazette 1643, no. 124) werd een brief van een onbekende aangehaald waarin de Franse onderkoning in Catalonië, Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, lof kreeg toegezwaaid
voor zijn actie tot behoud van de plaats Flix.
-
voetnoot16
- De vloot van Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, bracht in de eerste dagen van september minstens 7 Spaanse schepen tot zinken (Gazette 1643, no. 123, dd. 1 oktober 1643: ‘La victoire obtenue par la flote françoise sous le commandement du duc de Brézé’, en Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 223-228 en p. 402-412).
-
voetnoot17
- Cabo de Gata, ten zuiden van Cartagena.
-
voetnoot18
- Na kennisneming van de keizerlijke boodschap ten gunste van de voortzetting van de Frankforter ‘Deputationstag’ (1/11 september 1643), vroegen de afgevaardigden van Würzburg, Brunswijk en Neurenberg voor de duur van één maand reces aan (Urk. u. Act. I, p. 826-828).
-
voetnoot19
- Het garnizoen van Trino had het verzet tegen het Frans-Savoyaardse leger van prins Tommaso Francesco van Savoye op 22 september opgegeven. Vijf dagen later volgde de ontruiming van de plaats.
-
voetnoot20
- Nicolas Brulart of Bruslart, heer van Boulay, onderhield met medeweten van Gaston van Orléans en Margaretha van Lotharingen het contact van hertog Karel IV van Lotharingen met Parijs.
-
voetnoot21
- Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, kreeg als gouverneur van Vincennes vrij toegang tot de kerker van de ‘important’ François de Vendôme, hertog van Beaufort.
-
voetnoot22
- De garnizoenen van de kustplaatsen Barnstable, Appledore en Bideford schaarden zich vrijwillig aan de zijde van de koning (CSP Ven. 1643-1647, p. 21).
-
voetnoot23
- De parlementsgezinden beschikten in Cornwall alleen nog maar over de havenstad Plymouth. Weldra zou prins Moritz van de Palts een koninklijk leger naar de stad sturen.
-
voetnoot24
- Lord Henry Wilmot (ca. 1612-1658) bestookte in Surrey de achterhoede van het leger van de graaf van Essex (DNB LXII, p. 61-63).
-
voetnoot25
- William Cavendish, graaf van Newcastle, liet door sir Hugh Cholmley de weg vrij maken naar Hull.
-
voetnoot26
- Admiraal Robert Rich, graaf van Warwick, sprak in Londen de vrees uit dat bij langer uitstel van betaling wel eens muiterij kon uitbreken onder de manschappen van zijn vloot bij Duins (CSP Ven. 1643-1647, p. 25).
|