Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14

6368. [1643] augustus 17. Aan C.M. von Degenfeld.¹

Monsieur,

Je veux remettre mon fils aisné soubs l'inspection de vostre Illustrité,² croyant qu'il ne peut avoir meilleure modelle pour toute sorte de vertus. Il a parlé à l'ambassadeur de la Republique qui est icy,³ mais son Excellence a dit n'avoir point d'ordres, ny en particulier, ny en general, mais peut-estre le resident de la Republique qui est en Suisse,⁴ en aura. J'envoye donc mon fils vers la Suisse sur la parolle que sa Serenité et le generalissime ont donné à vostre Illustrité, laquelle je prie qu'elle veuille escrire à Venise afin que le resident qui est en Suisse, s'il n'a point d'ordre, en ait au plus tost, afin que mon fils estant venu en Suisse ne perde point de temps. A la caution il n'y aura aucun manquement.

1 Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 4, p. 156. Antw. op een ontbrekende brief; vgl. no. 6361. Christoph Martin, vrijheer van Degenfeld (1599-1653), begon zijn militaire carrière in keizerlijke dienst. In 1632 sloot hij zich aan bij de Zweden, maar toen hun krijgskansen keerden verkoos hij de Franse legerdienst. Na wrijvingen met Richelieu ging de vrijheer in het najaar van 1642 zijn geluk beproeven in het leger van de republiek Venetië (NDB III, p. 558-559, en SBL X, p. 573-578).

2 De vrijheer had zijn vroegere officier Cornelis de Groot aanbevolen voor een aanstelling in het Venetiaanse leger. Voor dit doel werd Grotius' oudste zoon in de gelegenheid gesteld om in Zwitserland een vendel huursoldaten te lichten; vgl. nos. 5969 (dl. XIII), 6192 en 6213.

3 Girolamo Giustiniani, ambassadeur van Venetië aan het Franse hof.

4 De Venetiaanse resident in Zürich, Domenico Vico (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 658, en VI, p. 995-996).

[p. 473]

Vostre Illustrité m'obligera grandement si elle fait bien reussir cet affaire et je seray tousjours, monsieur, comme j'ay esté toute ma vie,

de vostre Illustrité le [tres humble serviteur].

A Paris, 17 Augusti.

Bovenaan de copie staat: M. Degensfelt.