visum fuit libellum huncGa naar voetnoot2 ad te transmittere, qui ob molem per tabellarios non sine maximis impensis curari potest. Orationes meae sunt, hic habitae et scriptae, quas sparsim antehac editas in unum opusculum collegi, ea forma quae legenti et eas circumferre volenti commodissima visa fuit.
Legi cum voluptate acta et canones concilii orientalis habiti sub Parthenio patriarcha, quibus calviniana βδελύγματα damnantur.Ga naar voetnoot3 Vertent ea in suos usus et linguam vernaculam remonstrantes.Ga naar voetnoot4 Eram Hagae Comitis, cum libellum ab Excellentia tua acciperet n[obilissimus] Vicofortius,Ga naar voetnoot5 ideoque ocius illum detuli ad reverendum senem, dominum Wtenbogartium.Ga naar voetnoot6 Si autoritatis aliquod est momentum in rebus fidei, habent etiam iam qua glorientur in capitibus de praedestinatione et annexis mitioris sententiae patroni.Ga naar voetnoot7
Novi quod scribam non habeo. Heri terrae mandavimus consulem Flamingium, calculi cruciatibus exstinctum.Ga naar voetnoot8 Etiam e vivis excessit quaestor olim Petrus Realius.Ga naar voetnoot9 Clarissimus Vossius anniversario morbo, hoc est arthritico, laborat.Ga naar voetnoot10 Nos per Dei gratiam valemus.
| |
Onderaan de brief staat in een onbekende hand: Inscriptio erat: Aen mijnheer Hugo de Groot, ambassadeur van hare Majesteyt van Sweden bij den alderchristelijcksten koning, woonende in 't fourburg van Saint-Germain, Parijs.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 24 Aug.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum, S 173 nr. 8 (voorheen: 10 B 36). Eigenh. oorspr. In de Inventaire de la Correspondance de Caspar Barlaeus van K. van der Horst, Assen 1978, wordt deze brief niet vermeld. Caspar van Baerle (Barlaeus), geboren te Antwerpen in 1584, studeerde theologie in Leiden en werd aldaar onderregent van het Statencollege. Na zijn ontslag wegens remonstrantse gezindheid behaalde hij aan de universiteit van Caen een doctoraat in de medicijnen. Van 1631 tot aan zijn overlijden in 1648 woonde hij in Amsterdam waar hij letteren en filosofie doceerde aan het Athenaeum Illustre (J.A. Worp, ‘Caspar van Baerle’, in Oud-Holland
-
voetnoot1
- 6 (1888), p. 248-250, en Blok, Caspar Barlaeus From the correspondence of a melancholic, Assen/Amsterdam 1976).
-
voetnoot2
- Barlaeus schonk Grotius een exemplaar van zijn op 20 juni 1643 aan Joachim de Wicquefort, ‘ordinis S. Michaelis eques et serenissimae Hassiae lantgraviae a consiliis, etc.’ opgedragen uitgave Orationum liber; accesserunt alia nonnulla varii et amoenioris argumenti, Amsterdam (Blaeu) 1643. Voor de overhandiging schakelde hij een schoolmeester in de Franse taal in.
-
voetnoot3
- De onlangs door de Parijse drukker Sébastien Cramoisy uitgebrachte editie van Parthenii, patriarchae Constantinopolitani decretum synodale super calvinianis dogmatibus, quae in epistola Cyrilli nomine ante annos aliquot edita, falso Graecorum et Orientalium consensu recepta ferebatur ... Nunc primum ex Oriente allatum una cum Arsenii Hieromachi epistola Venetias missa, quae praefationis loco praefixa est, ed. Gabriel Cossartius; zie nos. 6321 en 6339.
-
voetnoot4
- In 1645 werd zonder plaatsaanduiding (Amsterdam?) een werk uitgebracht dat de titel voerde Cyrilli Lucaris ... Confessio Christianae fidei. Cui adiuncta est gemina eiusdem Confessionis censura synodalis, una a Cyrillo Berrhoeensi, altera a Parthenio ... promulgata. Omnia Graece et Latine. Over het aandeel van Grotius in de totstandkoming van deze uitgave schreef de Haagse hofpredikant André Rivet: ‘De quel esprit il [Grotius] estoit mené, il le fit voir à Amsterdam, où il laissa pour imprimer tout ce qu'il avoit peu receuillir des fripons graeculos gagéz de Rome contre la confession de Cyrille, avec une preface virulente de son style, au mesme temps que nous avions la confession et deposition de ces deux pseudopatriarches, que vous verréz bien tost publiée contre leurs impostures’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 218-220).
-
voetnoot5
- Vermoedelijk had Joachim de Wicquefort de Cramoisy-editie van
de besluiten van het concilie van Constantinopel-Iasi van 1642 met de postdienst van 18 juli ontvangen; vgl. nos. 6321 en 6325.
-
voetnoot6
- De in Den Haag woonachtige nestor van de remonstranten, Johannes Wtenbogaert.
-
voetnoot7
- In het bijzonder, caput XI van de te Iasi geformuleerde tegenwerpingen tegen de leer van de reformatorische patriarch Cyrillus Lucaris van Constantinopel. In de Latijnse versie luidt de tekst als volgt: ‘In undecimo vero terrestris huius ecclesiae membra solos electos esse vult, neque eos praecise, qui eius mysteriorum cum fide sunt participes; quemadmodum et Paulum, ecclesiam persequeretur, membrum illius fuisse, quod ex utero praedestinatus esset, et Judam, cum perinde atque apostoli caeteri, miracula faceret, eiusdem membrum tune minime fuisse’ (Mansi, Sacrorum conciliorum nova et amplissima collectio XXXIV, kol. 1631).
-
voetnoot8
- Dirck de Vlaming van Oudtshoorn (1574-1643), raad ter admiraliteit en in de jaren 1630-1642 verscheidene malen burgemeester van Amsterdam, was volgens een mededeling van Gerardus Joannes Vossius (no. 6358) op 7 (en niet op 8) augustus aan een aanval van blaas- of nierstenen overleden.
-
voetnoot9
- Pieter Reael, koopman en ontvanger van de gemenelandsmiddelen over de stad en het kwartier van Amsterdam, was op 74-jarige leeftijd overleden. Op de 7de augustus werd hij in de Amsterdamse Oude Kerk begraven (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 260-261; NNBW IV, kol. 1125).
-
voetnoot10
- De Amsterdamse hoogleraar had last van telkens terugkerende nierontstekingen (Rademaker, Life and Work of Gerardus Joannes Vossius, p. 342-343).
|