Den hertoch van Guise is hier. Ick verstae ordre gestelt is op de frontieren om de gravinne van BossuGa naar voetnoot7 niet te ontfangen. Den hertoch soude gaeren van alle sijne beneficiën disponeren tot voordeel van sijne broeders, waer mijnheer den prince vanwegen sijn soon, den prince van Conty,Ga naar voetnoot8 ende den cardinael Mazarini, als denwelcken den overleden coning veele van die beneficiën heeft geconfereert, haer tegen stellen sooveel sij connen.
Men seght ons hier dat de Portugesen hebben genomen Sauvaterre in Galicië,Ga naar voetnoot9 dat den marescal de La Motte-Odincourt belegert Tarragone,Ga naar voetnoot10 dat den Grooten Hertoch op den paus heeft becomen Castiglione del Lago ende la Citta de Pienna.Ga naar voetnoot11
Ick verstae met blijdschap dat de Hessische saecke alhier is in poincten van goed accommodement. De Hessische vertrocken sijnde van den marescal de Guebrian, hebben seer nae geweest om hertoch Carel te vangen;Ga naar voetnoot12 hebben becomen veel van sijn bagage, oock een costelijck rappierGa naar voetnoot13 hem bij den coning van Vranckrijck geschoncken.
| |
Bovenaan de copie staat: Paris, den 18 July 1643.
|
-
voetnoot1
- Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 18 juli 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 18/28 juli 1643).
-
voetnoot2
- Richelieu had in zijn testament van 23 mei 1642 het admiraalschap toegedacht aan zijn neef Armand-Jean de Vignerot du Plessis. Zodra de kardinaal de ogen voor eeuwig had gesloten, maakte koning Lodewijk XIII deze beschikking ongedaan. Niet de onervaren jongeman, maar de in maritieme zaken zeer bedreven Jean-Armand de Maillé, markies van Brezé, hertog van Fronsac, kreeg de eer om de titel van ‘amiral de France’ te voeren (Mémoires de Montglat I, p. 400). De laatste had inmiddels het bevel over de Franse vloot in de Middellandse Zee op zich genomen (Lettres Mazarin I, p. 194, p. 234-235, p. 247-248 en p. 274-275).
-
voetnoot3
- Lodewijk XIII had op gezag van wijlen de kardinaal de waardigheid van gouverneur van Bretagne toegekend aan Charles de La Porte, markies van La Meilleraye. Toen de verjaagde gouverneur César de Bourbon, hertog van Vendôme, zich weer openlijk aan het hof durfde te vertonen, ontbrandde prompt daarop een strijd over de rechten op het gouverneurschap; vgl. no. 6198. De animositeiten tussen de twee heren liepen zo hoog op dat de regentesse tenslotte overwoog het geschil te slechten met een beslissing in haar voordeel (Mémoires de Montglat I, p. 412-413, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 58).
-
voetnoot4
- Het vertrek van de gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van
Avaux, en Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, liet echter nog op zich wachten. In september moest de graaf van Chavigny zijn plaats in de Franse delegatie ter vredesconferentie afstaan aan Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers.
-
voetnoot5
- Op de 7de juli ondernam het garnizoen van Thionville nog een laatste uitval. De volgende dag ging het belegeringsleger van Louis II van Bourbon, hertog van Enghien, tot de aanval over (Gazette 1643, no. 90, dd. 18 juli 1643).
-
voetnoot6
- Op verzoek van de prins van Condé werd eind juni een lijst opgesteld van alle ‘conseillers d'Etat ordinaires et semestres’ (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 76-79 en p. 88).
-
voetnoot7
- Begin juli installeerde Henri II de Lorraine, hertog van Guise, zich in het kasteel van Meudon. Om de Fransen niet al te zeer te choqueren had hij zijn tweede echtgenote Honorée de Glymes, gravin van Bossu(t), in de Republiek achtergelaten.
-
voetnoot8
- Armand de Bourbon (1629-1666), prins van Conti, tweede zoon van de prins van Condé, had in 1641 de waardigheid van abt van Saint-Denis uit de vrijgekomen beneficiën van de hertog van Guise overgenomen (Aumale, Histoire des princes de Condé III, p. 444, en Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 98).
-
voetnoot9
- De Spaanse grensplaats Salvatierra de Miño.
-
voetnoot10
- Het offensief van de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, strandde halverwege de route van Lérida naar Tarragona.
-
voetnoot11
- De verovering van Castiglione del Lago en Città della Pieve was het eerste persoonlijke succes van groothertog Ferdinando II van Toscane in de strijd tegen paus Urbanus VIII (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 873-874).
-
voetnoot12
- De Hessische soldaten die tot voor kort in het leger van maarschalk Guébriant hadden gediend, waren bij Schriesheim (ten zuiden van Heppenheim) op het spoor gekomen van een kleine legermacht van hertog Karel IV van Lotharingen (Gazette 1643, no. 88, ‘extraordinaire du XVI juillet’: ‘La défaite de trois compagnies du duc Charles, avec la perte de son bagage et meubles plus précieux’).
-
voetnoot13
- Het betrof een degen die kardinaal de Richelieu hem bij de plechtige bevestiging van het verdrag van Saint-Germain van 29 maart 1641 had geschonken; vgl. Lettres Richelieu VI, p. 748 n. 1.
|