Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14

6060. 1643 januari 27. Van D. de Groot.¹

Monsieur,

Le changement que le temps a donné à ma blessure depuis que je vous ay escrit,² me donne‹nt› occasion de vous en mander des particularitez par cet'ordinaire nonobstant le peu de loisir qu'il m'en donne.

Au lieu de trois ou quatre mois que les chirurgins avoyent asseuré me failloir pour estre guerry, ils m'asseurent maintenant qu'avec l'ayde de Dieu je pourray quitter le lit dans huit ou dix jours. Il me faudra encor quelque temps avant que de me tenir à cheval pour entreprendre mon voyage à l'armée, qui ne se fera pas sans beaucoup de difficultez. Monsieur le marechal³ m'a mandé de m'en aller à Francfurt ou à Hanau dès que je seray guerry, et de là me fourrer parmy des marchant[s] qui vont à Strasbourg; que de là il me donnera moyen de joindre l'armée, qui est maintenant aux environs de Stutgard dans le Wirtenberg, où ils prendront sans doubte quartier d'hyver.

On croit que monsieur d'Erlach⁴ les viendra joindre avec tout ce qu'il pourra ramasser des troupes, d'autant que Bavieres⁵ marche avec douze mille hommes. Les troupes imperiales sous Picolominy et Hatzfeld sont encor dans leurs quartiers en Boheme,⁶ quoyque

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 27, 19. Eigenh. oorspr. Dirk de Groot (1618-1656), de jongste zoon van Grotius, diende als commandant van een compagnie infanterie in het Frans-Weimarse leger van maarschalk Guébriant. Op 15 november 1642 verleende koning Lodewijk XIII hem de titel en waardigheid van ‘aide de camp’. Zijn vreugde kon maar van korte duur zijn, want spoedig daarop brak hij zijn been. In mei 1643 was hij in zoverre hersteld dat hij zijn legertaken weer kon opnemen. Eind november 1643 werd hij bij Tuttlingen krijgsgevangen gemaakt. Zijn vader wist hem in 1644 vrij te krijgen. Na de troonsafstand van koningin Christina (1654) wilden Dirk en zijn oudere broer Cornelis dienst nemen in het leger van koning Karel Gustaaf. Onderweg naar Zweden werd Dirk door zijn knecht op laaghartige wijze doodgeschoten. De andere zoon, Cornelis, overleefde het incident (Brandt-Cattenb., Leven II, p. 352-353, p. 367-368 en p. 436; E.A. van Beresteyn, in Ned. Leeuw 43 (1925), kol. 169).

2 Dirk de Groot herstelde te Wertheim van een beenbreuk. Zijn brief, waarin hij zijn vader op de hoogte stelde van het ongeluk, ontbreekt.

3 Maarschalk Guébriant was zojuist de Main bij Gemünden overgestoken (Episodes Guébriant, p. 308-313). Zijn leger lag nu voor de Neckar (Gazette 1643, no. 13, dd. 31 januari 1643).

4 Johann Ludwig von Erlach (1595-1650), een van de twee gouverneurs van Breisach (DBF XII, kol. 1379-1380).

5 Het Zwabisch-Beierse leger van Johan van Werth en François de Mercy begon zich te verspreiden over het Wurtembergerland (Gazette 1643, no. 16, dd. 7 februari 1643).

6 De keizerlijke legeraanvoerders aartshertog Leopold Wilhelm, Ottavio Piccolomini en Melchior von Hatzfeldt und Gleichen werkten te Plzeń (Pilsen) nieuwe krijgsplannen uit. Onder de aandacht kwam ook het plotseling verschijnen van de Zweedse hoofdmacht voor de Saksische stad Freiberg (Gazette 1643, no. 16, dd. 7 februari 1643, en Doc. Boh. VI, p. 450-454, nos. 1377-1387).

[p. 56]

d'aulcuns ayent voulu soustenir que ce dernier est en marche pour se joindre à Bavieres. Friburg en Misnie s'est rendu aux Suedois, à ce qu'on dit.

J'ay escrit à monsieur de Reigersberg⁷ de renvoyer mes commissions, qui sont encor entre ses mains, à Paris, et vous prie de me les envoyer à l'armée par la premiere voye asseurée, comme on n'en manquera pas d'oresenavent, l'armée s'approchant si fort de la France.

Je suis, monsieur,

vostre tres obeissant fils,
D. de Groot.

7 Het brevet berustte bij Nicolaes van Reigersberch; vgl. no. 6097.

A Werthaim, ce 17/27 Janvier 1643.

Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur pour la couronne de Suede, à Paris, au fauxbourg Saint-Germain. Port 14 st.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 15 Febr.

In dorso: 27 Ian. 1643 D. de Groot. En: 27 Ian. 1643 D. de Groot.