Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6007. 1642 december 20. Aan [P. Spiring Silvercrona].Ga naar voetnoot1De saecken blijven hier in de voorgaenden staet, uytghenomen dat den coninck veell is in (den) raedt en dat de princen van 's coninx bloedt schijnen de preseance te sullen obtineren boven cardinaelen als sij beyde te hove sijn.Ga naar voetnoot2 Voorts is den coninck onderrecht dat sijne | |
Mayesteit gheene haestighe veranderinghe moet daen, opdat niet en schijne 'tgunt voor dese ghedaen is bij dwang gheschiet te sijn. Overzulx heeft den coninck madame de Vendosme acces gheweygert ende belast aen alle havenen ende steden ghene van de gherelegeerde princen ofte edelen in te laeten comenGa naar voetnoot3 ende stelt uyt alle intercessie voor de ghevangenen. Geeft hoope aen sijn broeder van eenighe versachtinghe op de declaratie, soo hij sich wel draecht.Ga naar voetnoot4 Den mareschal de Brezé spreeckt seer grof tegen den overleden cardinal ende de hertoginne van Esguillon, dewelcke proces sal hebben soo naer de coop van Eguillon als over de successie. Den mareschal de Bressé om het laetste testament teniet te doenGa naar voetnoot5 souckt hulp van mijnheer den prins, beloovende te doen casseren uyt oorsaecke van minoriteyt de renuntiatie die sijn dochter de hertoghinne van Anguien heeft ghedaen aengaende de successie in des cardinaels goederen.Ga naar voetnoot6 Daer is oock querelle tusschen den grave HarcourtGa naar voetnoot7 ende den maerescha(l) de La Millerai.Ga naar voetnoot8 Madame de Lansac versouckt haer afscheyt.Ga naar voetnoot9 De heer Erlach is wederom ghecomen te Brisack niet hebbende connen wtrechten in Swaben door d'oppositie van Mercy.Ga naar voetnoot10 't Conings volck van Lutsenburg hebben eenighe Françoyse dorpen gheplondert. Den coninc van Spaignien is wederghekeert nae Madrid. Hier loopen gheruchten, doch onseecker, dat Serraville in Piedmont bij de Françoisen soude sijn belegert,Ga naar voetnoot11 dat de Spangaerden uyt Tortosa soude sijn uytghejaechtGa naar voetnoot12 ende dat bij deselve natie Lerida van nieuws soude sijn belegert. | |
Bovenaan de copie staat: Paris, den 20 December 1642. |
|