Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5906. 1642 oktober 3. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Op Maenendagh laestleden is den cardinael Mazarini ende Fabre, die gouverneur zal zijn, met een groot garnisoen ingetrocken in Sedan, mevrouw de hertoginne zijnde eerst vandaer vertrocken nae Roussy.Ga naar voetnoot2 Mijnheer den cardinael de Richelieu is van Bourbon-Lancy, alwaer zijne Eminentie bij 't baden niet veel voordeels en heeft bevonden, gegaen op de wegh nae Fontainebleau, alwaer men meent dat den coning mede haest zal comen. Don Melos heeft eenighe van zijn volck gezonden nae den graef van Fontaine,Ga naar voetnoot3 eenige maecken redoubtes ontrent Gravelinge, de meeste deel toonen haer ontrent Bethune, waerom den grave van Harcourt zich derrewaert begeeft om alle inval in Vrancrijck te beletten. Hertogh Carel is over de Sare ende werdt vervolgt bij monsieur du Hallier.Ga naar voetnoot4 In Wildestein heeft den vorst van Beyeren van zijn volck gelegt met onwil van de keiserschen.Ga naar voetnoot5 Salze is aen de Fransoisen overgegaen den 15 Septembris.Ga naar voetnoot6 De twee victoriën van den prince Thomas ende van monsieur de Gransei werden hier breedt uitgemeten, zoo dat men zegt dat den prince Thomas heeft verslagen achtien cornetten van de Spaensche ruiterie ende monsieur de Gransé den baron de Cey gedoot ende vierhondertendevijftigh van de vijanden gevangengenomen.Ga naar voetnoot7 Men zegt dat den hertogh van Longueville Novara zoude becomen hebben door escalade.Ga naar voetnoot8 Den coninck van Spaegnie is noch te Sarragosse, de Spaensche vloot bij Roses sterck, zoo men hier zegt, zesendedertich galeien, tweeëndeveertich andere schepen, de Fransche tot Barcelone bestaende uit tweeëndetwintich galeien, tweeëndetwintich andere schepen. 't Spaensche leger dat geweest is binnen Tarragone begeeft zich buiten ende schijnt occasie te zoucken | |
om te vechten. Van het Fransche leger dat voor Perpignan ende Salze is geweest, is een deel gezonden nae Italië, een deel tot renfort van den marescal de La Motte-Odincourt.Ga naar voetnoot9 ChavagnacGa naar voetnoot10 is van Tarascone gebracht nae de nieuwe rechtbanck te Grenoble. Men spreect hier dat de coninginne van Engelant van mening is haer herrewaert te geven, waernae niet zeer en werdt verlangt. Wij verstaen nu dat de baron de Cei niet doot en is, maer gequetst.Ga naar voetnoot11 Dat hertogh Carel is nae Worms; dat de Fransche vloot zich heeft geretireert in de havenen van Provence; dat eenige meuteriën zijn geweest t'Engoulesme ende op andere plaetsen in Vrancrijck, maer door naersticheit t' ondergebracht. 3 October 1642. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1642 uyt Paris. En nogmaals: Broeder de Groot, den 3 Octob. 1642 uyt Paris. |
|