Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5789. 1642 juli 14. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, De confirmatie van de victorieuse progressen des Sweedsche armee in Duitslant sal u. Exc.tie wt dese bijgaende brievenGa naar voetnoot2 nae apparentie te vernemen hebben, dieswegen ick deselve niet en repetere. Van Ceulen adviseert men met brieven van den 6 Iulii dat eene partije van 500 coppen wt Hagenauw om sigh aen de keysersche, die hun bij de 200 beesten voor de poort hadden weghgenomen, te revengeren, tevergeefs getendeert heeft dat stedeken Landaw t'overrompelen ende in te nemen, maer een ander van LaveniGa naar voetnoot3 heeft den heere grave Otto Lodewich, | |
domheer tot Ceulen, tuschen Worms ende Franckendael gevangengenomen, ende den 28e passato in 't guarnisoen gebracht.Ga naar voetnoot4 La reine-mère is den 3e deses op de middag, naedat sij haer testament gemaackt ende daerin den ceurvorst van Ceulen tot executeur gestelt heeft, deser werelt overleden.Ga naar voetnoot5 Waermede verblijve, mijnheere, u. Exc.tie dienstwilligste. | |
Haage, 14 Iulii 1642. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 22 Iulii. |
|