Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdBijlage no. 3 Bij no. 5024
| |
berch met haere regimenten vinden te laeten, gesonden worden. Dat volck sal qualijck, wie de experiëntie allreede beweesen, sonder uytstofferinge in campagne te brengen zijn. Veele gesanten, sonderlijck van de rijcxsteeden, als siende daer niet meer van de bewaernissen men niet hooren wil, vertrocken allegssjens [sic]. De colonnel RosaGa naar voetnoot4 was noch niet opgetrocken; den roep ginck dat de regimenten van Gonzaga, HindersonGa naar voetnoot5 ende andere die den Rijnstroom souden bewaeren, ordre gecreegen hadden naer Francken te marcheeren. De churfurst van SaxenGa naar voetnoot6 dringt nu selfs sterck op de generael amnestie ende soude niet allerdings tevreeden sijn dat men daermede soo lange tergiverseert. Daerentegens is het den keyserschen niet een weynich suspect dat d'hertoch van Saxen-AldenborchGa naar voetnoot7 sijne gesanten bij den generael Bannier gehadt heeft, vreesende voor accomodatie ofte tenminsten handelinge van neutraliteyt. Alle aengecoomene advisen brengen mede dat de generael Bannier in d'Overpals ingevallen ende sijne marche naer Egra (?) toe neempt. |