Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5211. 1641 juni 3. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, De seer waerde ende hoochaengenaeme missive van den 26 MaiiGa naar voetnoot2 is mij den eersten Iunii van u Excell.en seer wel geworden; bedancke u Excell.en seer hoochlijcken onder anderen voor de goede comunicatie. Ick hebbe oock uyt u Excell.en missive gesien dat u Excell.en geen ordre uyt het rijck hebbende, sich tegen den Portugeeschen ambassadeur aldaerGa naar voetnoot3 niet weet te draegen. Nu is het hiermede alsoo, dat ick uyt veele brieven gemerckt ende gespeurt hebbe dat men in het rijcke willens is, als daer eenen gesonden soude werden,Ga naar voetnoot4 denselven op 't treffelijcxte te ontfangen ende te tracteeren, gelijck dan ick ordre van haere coning. May.t mijne aldergenaedigste coninginne hebbe, den alhier wesendenGa naar voetnoot5 in alles te respecteeren als eenen anderen coning. ambassadeuren, 'tzij in vizitten ofte anders. Den Portugeeschen ambassadeur in Dennemarcken allerdings nae behooren niet gerespecteert werdende, segd naer Sweden te reysen oock commissie heeft, tot welcken eynde hij zijne bagagie van Coppenhagen naer Helseneur gesonden heeft, presenteerende zijne May.t hem te voorsien met wagens, paerden ende scheepen et[c]. Van de gedeputteerden naer StadenGa naar voetnoot6 hebbe noch niet vernomen. Wat van haer handelinge in ervaeringe bringen can, sal ick niet mancqueren u Ex.en te comuniceeren. Alhier is verleeden Dy[n]sdaech den Engelschen ambassadeur Thomas RooGa naar voetnoot7 aengelangd, hebbende brieven om deselve en passant aen desen staet te overleveren. Off hij boven de gewoonlijcke complimenten noch andere comissie heeft, can men niet verneemen. Zijne reyse sal hij van hier recta op Regensporch dirigeeren. Hij heeft creditiven soo aen zijne keyser. May.t als aen 't churfurstelijck collegie, ende niet alleen van den coninck, maer oock van 't parlement onderteeckent, concerneerende de restitutie van den Pals. Zijne Hooch.tGa naar voetnoot8 is noch tot Bueren ende het leeger tot Littoyen, sonder dat men hoort dat yets voorgenomen werd. Dat zijn Excell.en den heer generael BannierGa naar voetnoot9 overleeden is, werd geconfirmeert van verscheyde plaetsen. Godt geve dat zijn naergelaetene armee wederom met een sulcke victorieux hooft mocht versien werden. Hiermede eyndende bevele u Excell.en in de genaedige protectie des Alderhoogsten ende verblijve u Excellencie dienst- ende vrundwilligen. | |
Haagh, den 3 Iunii a.o 1641. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 11 Iunii. |