Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5136. 1641 april 8. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Hier werden preparatiën gemaeckt om tegens medio Maii in 't veld te gaen. Daerentegens hoort men uyt Braband dat daer geene sonderlinge preparatiën gemaeckt werden, waerover men glos[s]eert dat den cardinaelGa naar voetnoot2 maer defensive het oorloch soo tegens Vranckrijck als Nederland sal voeren. Den Turckschen cheauxGa naar voetnoot3 is gisteren vanhier vertrocken ende, soo men seyt, gaet hij nae d'oostersche coningen. Den Portugeeschen ambassadeurGa naar voetnoot4 is noch te Helvoetsluys. Bij de Heeren Staeten is dese resolutie genomen, dat hij onthaelt ende in alles getracteerd sal werden als men sulcx aen de coning. ambassadeurs van Vranckrijck ende Groot-Bretagne gewoon is te doen. Het breed uytroepen van de ongeluckige rescontre, soo tuschen Slang ende GeleenGa naar voetnoot5 voorgegaen, bevind sich nu anders, gelijck dan sulcx u Ex.en uyt de bijgaende copie van CeulenGa naar voetnoot6 sal sien connen. Nu heb ick naeder ende seecker advys dat Banier sich met die in Bohemen onder den generael-mayor WittenberchGa naar voetnoot7 gelegene 7 regimenter, alsoock met den generael-lieutenant Tupadel ende RoseGa naar voetnoot8 geconjungeert heeft ende leggen in campagne voor den Bohemer | |
wald, ende leggen de keysersche 2 uyren daervan ende zijn beyde partijen geresolveert te slaen. God allmachtich geve goed geluck ende succes aen onse zijde, in wiens protectie ick u Ex.en ick trouwlijcken ben bevelende ende verblijve u Excellentzie dienst- ende vruntwilligen. | |
A La Haye, le 8 Avril 1641.
U Ex.en seer waerden ende hoochaengenaemen van den 30 passatoGa naar voetnoot9 is mij wel geworden; bedancke u Ex.en voor goede comunicatie. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 April. |
|