Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5002. 1641 januari 10. Van P. Pels.Ga naar voetnoot1Mijnheer, U Ex.cie seer aengenaeme van 25 Novembris en primo XcembrisGa naar voetnoot2 hebbe ick well ontfangen. Bedancke seer vor de communicatie en wensche u Ex.cie voreerst een gelucksaligh lang leven en een vrolijck nieuwjaer met veele naervolgende, hetselve ooc aen madame, jffrauw CorneliaGa naar voetnoot3 en gantse famillie. De doot van den churvorstGa naar voetnoot4 sall aparent groote veranderinge veroorsaacken. Ick hebbe vor mijn particulier denselven dor complimenten aen madame de douarière PalatineGa naar voetnoot5 beclaagt ende eene extraordinaire courtoyse antwordt ontfangen, te verstaen gevende mijne overcompste in particulier seer gerne sien saude. Ick hebbe de copye daervan aen de Staaten- Generall en sijn HoogheytGa naar voetnoot6 gesonden met bidden mij in ongenade niet te verdencken dat ick onder pretex van mijn particulier die rayse eens doen. Daer sijn particuliere brieven die seer goede geteuygnissen geven van sijne goede intencie en genegentheyt. Daer saude alreede verboden sijn gene invasiën te doen op de Pommerse frontieren inproberende veele acciën van den H. NegroGa naar voetnoot7. | |
Soo datelijck ontfange ick brieven van D. NegrinoGa naar voetnoot8 uyt Warschauw, die hem daer van 't podagra laet cureeren, dat de ambassadeursGa naar voetnoot9 van den churvorst daer waeren aenkommen ome dor commissie het leen te ontfangen, maer schijnt dat sulckx tot op eenen rijxdagh sall uytgestelt worden, daertoe de Tartaren ooc oorsaacke geven, welckers ambassadeursGa naar voetnoot10 soo insolent draygen, dat men den principaelen gedacht is naer Raaff gevangen te brengen contra ius gencium. In der WildeGa naar voetnoot11 hebben de canaille 2 predicanten dootgeslagen; mogen alsoo luttersse nogh calvinisse niet predicken nogh ooc de Russen haere processiën hauden; domineert alsoo aen alle kanten haet en nijdt. Wat voorder passeert met naervolgende. Ick blijve, mijnheer, u Ex.ce dienstw. diener
| |
10 Ianuario 1641, Dansick. | |
Onderaan de brief staat: S. Ex.z Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Febr. En in dorso: 10 Ian. 1641 Pels. |
|