Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4910. 1640 november 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Uit Turin, zyn achtduizent mannen uitgetrokken, en Prins ThomasGa naar voetnoot2 heeft zich by de Hartoginne WeduweGa naar voetnoot3 begeven. Maar die van de Stad Turin hebben Gedeputeerden gezonden, die op hunne kniën leggende vergiffenis verzogt hebben van Mevrouwe van Savoien.
Men verzekert ons, dat de Katalanen overzien hebbende hun Provincie bevonden hebben twee hondert en vijftig duizent huisgezinnen, en daar uit genomen zestig duizent te voet en eenige te paard, verdeelt in vier deelen, welke elke maandt worden afgelost, om voor dezen tydt te dienen tegen drie Spaansche Legers, die men zeid dat tegens hen aankomen. Zy hebben eenige Spaansche Galeien bekomen. De Franschen hopen gelyke beroerten te zien in Arragon, Napels en Milanen, waar aan ik twyfel, als ook of de Katalanen de standvastigheit zullen hebben om met den tydt Hooge Mogenden te worden.
Zelfs meest alle de Universiteiten van ItaliëGa naar voetnoot4. |