Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4760. 1640 juli 28. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Ick en can niet seeckers seggen, noch van Thurijn, noch van Atrecht, dan dat tot beide hoope is, niet sonder vrese. Bij Thurijn is 't gevecht, soo binnen 't leger van den grave van HarcourtGa naar voetnoot2 als daer ontrent gepasseert den elfden deser ende, soo wij nu naerder uit verscheide brieven vernemen, ontrent tweeduisent van de Spaensche zijde gebleven, ontrent tweehondert ende vijftigh van de Fransche zijde, seshondert paerden van de Spaensche sijn gecomen binnen Thurijn, alwaer, nae men can hooren, broodt is, maer veele andere dingen als sout ende buspoeder gebreck. Naedat dit was geschiet in de nacht van den twaelfden July, sijn gearriveert in 't leger den vicomte de Turaine ende den graef de TonnerreGa naar voetnoot3 met achtduisent man, die mijnheer den prinsGa naar voetnoot4 in sijne omleggende gouvernementen had versaemelt. Den grave van Harcourt hierdoor versterckt sijnde heeft terstont Rivoli bezet, Colleing ende Benasques ingenomen ende gesterckt, alle welcke plaetsen van groote importantie sijn om de vivres ende andere nootelijckheit te doen comen van Pignerol ende Suze in 't leger; daerenboven hoopen de Fransoisen aldaer noch in corts een nieuw renfort te crijgen onder den marquys de VilleroiGa naar voetnoot5, die ontrent tweeduisent man bij sich heeft ende, soo men meent, noch vierduisent bijeen hoopt te crijgen. Dit alles soo sijnde, sie ick, dat de Fransoisen aldaer hoopen de stadt te becomen sonder wercken ende niet seer en vresen, dat den marquys de LeganésGa naar voetnoot6 soo quaelijck onthaelt sijnde haer weder sal attaqueren, hoewel denselve Leganés bij sich heeft achtienduisent man, tweeduisent verwacht van Naples, eenige van Lingau, hebbende daerentegen eenige Duitsche regimenten gesonden in Spaignië om aldaer alle verdere commotiën te beletten. Bij Atrecht sijn de Fransoisen in de gracht, maer hebben gebreck van vivres ende buspoeder. Den coninc had gelaet gemaect van een groot convoy te willen laeten gaen van Dourlans nae 't leger, met slaende trommel, maer den cardinael-infant sijnde met het meeste van sijn leger bij Pas ende daerontrent heeft daerop wel opgepast ende sulcx belet ende apparentelijck noch meer sulx sal connen doen, indien, soo men hier meent, HaetzveltGa naar voetnoot7 bij hem comt. Daerentusschen heeft men getracht bedecktelijck cleine convoien te | |
brengen in 't leger, waervan het voornemen den 19 is gefailleert ende alle de carren met vivres ende buspoeder gecomen in de vijant, hoewel het beginsel van het gevecht seer was voor de Fransoisen met verlies van veelen van de vijanden. Maer den hertogh Carel met LamboiGa naar voetnoot8 schielick daer bijcomende is de cantze verandert. Het tweede desseing van den 22 July bij nacht beleidt door SampreuilGa naar voetnoot9 vergeselschapt met vierduisent man is beter geluckt ende heeft in 't leger gebracht hondert carren met vivres ende amunitie, vijftigh ossen, seven ofte achthondert schapen, 'twelck voor eenige dagen het leger can doen leven. Maer door meer diergelijcke mosten volgen, oft soo grooten leger can sich niet behouden. Daervan hangt die heele saecke ende van beide zijde werdt daerop wel gelet. 't Succes moeten wij verwachten. Du HalierGa naar voetnoot10 comt bij den coninck met eenigh volck. Die van Amiens presenteren oock eenige t'haeren coste. Den gouverneur van HesdinGa naar voetnoot11 heeft oock last eenigen inval te doen in 's vijands lant. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot12 gaet, soo men hier seit, Giessen belegeren. De Schotten hout men hier meesters van het casteel van Edimburg ende daerbij seit men, dat het Engelsche leger - hebbende in haer eigen lant gecommitteert veele insolentie tegen haere overste ende tegen de kercken - ende het Schotsche gaen tegens malcander ende dat KingGa naar voetnoot13 gaet om te haelen voor den coning het Deensche secours. De stadt Luce blijft sonder mis ende bewaert haer recht, gesteunt door den coninck van Spaignië ende den hertogh van ToscaneGa naar voetnoot14. Den paus heeft belet, dat de Spaensche niet met groote trouppes ende gewapent sijn gepasseert uit het rijck van Napels nae 't Milanees. Die van Venegië hebben haer trouppes, die sij ontrent de frontieren van het Milanees hadden, ingetogen. Uit het garnisoen van Sedan sijn ontrent tachtich uitgegaen om te sien, wat de vijant deden ende sijn weinigh uitgenomen allegader gevangen. De Switsers hebben veele dispuiten onder malcander van eenige bruggen, van eenige abdiën ende over de saecke van den colonel AmrynGa naar voetnoot15. Drie van haere steden, Basel, Scafhuisen ende St. Gal, sijn beschreven op de aenstaende rijcxdagh. Nae mij dunct sullen sij niet senden, maer wel den abt van St. GalGa naar voetnoot16 als oock uit de Grisons den bisschop van CoireGa naar voetnoot17. Deselve Grisons Vrancrijck verlaeten hebbende ende van Vrancrijck sijnde verlaeten, moeten al doen, dat het huis van Oostenrijck wil, welck huis haere oude pretensiën op de acht bailliagen ende de lage Engadine t'eenemael nu in 't werck stellen ende sullen daerin ende in andere saecken doen wat sij willen. Den 28 July 1640.
Den prins van Orangië, soo het hem gelieft, can noch iet doen in Brabant, 'twelck men dan hier ten breedste wel sal uitmeten off de Fransoisen contentement te geven. Wij moeten sien oft den keiser den Lunenburger ende de landgravinGa naar voetnoot18 vijand sal | |
verclaren van dat rijck in den naesten rijcxdagh, tot dewelcke die twee niet en sijn beschreven. Dat van Wesel is een groot geluck. De ambassadeurs van de Vereenigde NederlandenGa naar voetnoot19 meen ick, dat bij haere instructie naeder sijn verbonden dan dat apparentie soude sijn, dat sij in Sweden eenigh verbont souden maecken. De Hansen, plaght DomannusGa naar voetnoot20 te seggen, sijn gansen ende dat sal men alle daegh meerder ende meerder sien. De Duinkercksche schepen sullen apparentelijck gegaen sijn nae Spaignië. Mij sal lusten te hooren, hoe het met het gouvernement van Vrieslant sal gaen.
Du Hallier, eer hij bij de coninck quam, heeft twee plaetsen becomen. Sancy ende Pleville aant.. Sancy gedestrueert. Den coninck heeft een leger van ontrent sestienduisent man bij Corbie. Eenige uit Calis voor desen sijnde uitgeloopen sijn bij den vijant verrast, den gouverneur, den grave van NanteuilGa naar voetnoot21, met tachtich anderen gebleven. Men seit noch een clein convoi van Hesdin door ommewegen in 't leger is gecomen. 't Groote convoi seit men, dat wesen sal van sesduisent wagens. Sonder slagh en can dat niet passeren. De Spaensche sijn bij Bapaume ende Miremont tusschen Corbie ende Atrecht. 't Volck van den marquys de Villeroy gecomen bij Lions om te gaen nae Italië verloopt seer. Een chiauxGa naar voetnoot22 uit Turckië is te Marseille gearriveert ende comt nae den coning. | |
Adres (boven aan de brief): Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot. 28 Iuly 1640 uyt Paris. |
|