Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4749. 1640 juli 23. Van P. PelsGa naar voetnoot1.Mijnheer, An u Ex.ce was over 8 daegen mijnen lestenGa naar voetnoot2. Daer en is niet sund.rs, alleen dat vandage brieven van Warschauw kommen, die melden, dat den gen.ll ConitspolskiGa naar voetnoot3 an sijnen coning adviseert, hoe dat naer den Polsen ambassadeurGa naar voetnoot4 alle contentement gegeven is, presenten gedaen, 2 à 300 gevangene losgelaeten en alsoo vertrocken; dat daerop tijdinge compt her, dat de Çaparoffski-cosaacken aen de Swarte Zee sijn ingevallen en extremen schade veroorsackt, waerdor den Turkschen kayserGa naar voetnoot5 verbitten sijnde den Polsen ambassadeur doen achterhaelen en denselven op de Polse frontieren bekommen, qualijck getracteert en naer Constantinopoli gevangen gebracht, daer men vreest swaericheyt te sullen ontstaen. Daer sijn lieden van opinie, dat de cosacken, die alle van de Griexe religie, sulckx à desseing hebben gedaen omme het rijck in onruste te brengen ten aensien, dat de jesuïten haeren godesdienst soucken te benemen; andere meynen, dat den coning sulckx selve gerne siet ome eens in de waepenen kommende die soo licht niet neder te leggen. In der Wilde ten aensien van die questieGa naar voetnoot6 waeren ooc well 14 d. man op de been. Eenige hebben hier advis van eenen stillstandt tuschen den kayser en BannierGa naar voetnoot7. Saude die consencies qualijck succederen, soo waer het spell bijnaer uyt. Ick blijve, mijnheer, u Exelencie diener
| |
Uyt Lijffland van den gen.llaant., dat alle de orloghschepen gereet gemackt worden; segge in Sweden met opinie dat de accomodacie van Dennemarcken soo gereet niet en is en dat de croon Sweden ooc in 't spell sall dienen. | |
Adres: Son Excell.z monseigneur Hugo de Groot, ambass.r ordinaire de sa May.té e cor[o]nne de Suède vers sa May.té de France, Paris. Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 21 Aug. En in dorso: 23 Iulii 1640. Pels. |
|