Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4498. 1640 februari 2. Van P. PelsGa naar voetnoot1.Mijnheer, Over 8 daegenGa naar voetnoot2 was mijnen lesten. Daer en is geene veranderinge als dat de conincklijcke commissariënGa naar voetnoot3 hier sijn aenkommen den 29 passato, daermede nogh int alderminste niet en is getracteert. Daer sijn veele vergaderingen bij de stadt gehauden int accorderen uyt haere regeringe te eligeren persoonen ome te tracteren; dat is vandaege gearresteert. Daer sijn bij de eerste instanciën veele discoursen gevallen an de sijde der commissariën, dat sijne May.ttGa naar voetnoot4 ten aensien van der stadt meriten niet anders gedacht is als deselvige bij haere previlegiën te maynteneren, ja die te vermeerderen begerende niet anders als de toelage, 'twelck sij soo lange alleen sonder daylinge genoten en genommen hebben. Doch bijaldien de stadt saude konnen bewijsen, dat de toelage geene toll en is, daervan het rijck alleen bevougt is te disponneren, soo willen se de redenen daervan gerne hooren. Op dit punct sall vrij wat te disputteren vallen. Ten principaele en is de croon Polen niet geconstitueert vor desen tijt met gewalt yets te tenteren. Men sall wachten ofte de stadt niet saude willen aennemen des coninx particulier schulden te betaelen ofte bij faute sulckx de quarciani op de frontieren, 'twelck alle dry de stadt vor impossibell sal excuseeren; ofter dan eyndelijck eenige andere middelen van accomodacie sullen konnen gevonden worden, sal den tijt leeren. Daer sijnder die goede opinie hebben, maer mij dunckt onverrichter saacken sullen schayden en dat men de saacke maer sal soucken traynerende te hauden, totdat den tijt andere roosen draagt. Dit is in substancie neffens mijn gevoelen wat hier gepasseert is. Hier gaen wonderlijcke geruchten van Brisagh dat de Deuytse de France daeruyt geslagen met de revolte vant Wymerse leger tegens LongevilleGa naar voetnoot5 en dat men in Vranckrijck den churvorst-palatinGa naar voetnoot6 well hadde konnen laeten passeren. De naeste brieven sullen ons alle particulariteyt seggen. Mij in uE. goede gracie recommanderende blijve, mijnheer, U Ex.cie dw. diener
| |
Dansick 2 Februario 1640, Dansick. | |
Adres (met andere hand): Ihro Excell.cien. In dorso schreef Grotius: 2 Febr. Pels. 1640. |
|