Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4309. 1639 september 24. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot8.Mijnheer, Op de saecke van AelianusGa naar voetnoot9 heb ick mijn advys meermael geseit ende verander niet van opinie soolang de saecke niet en veranderen. Casal werdt bij de tresves nergens van versien, uitgenomen dat in plaetse van seshondert, die daer uit sijn getrocken, andere seshondert daerin sijn gelegt. Mij sal verlangen te verstaen, hoe de saecken voort sullen gaen in Brasyl. 't Genut van de peper ende de cruynagel van de Oostindische compaignie sijn treffelijckGa naar voetnoot10. Van d'oorlogh uit Hollant dunct mij niet, dat dit jaer ons toelaet iet groots te verwachten. Wij moeten sien, wat d'Hessischen sullen doen. De besending op 't stuck van BremenGa naar voetnoot11 geloof ick sal soo weinigh opereren als in Denemarck ende Polen. De Staten-Generael hadden d'heer BoomGa naar voetnoot12 geene commissie behooren te geven sonder te verstaen, off sulcx die van Hollant ende Amsterdam aengenaem was. Die van Dantzig sullen al doen, dat sij connen, op den rijcxdagh in ........... om haere saecke te accommoderen. Van de resolutie hebben sij niet ende connen | |
die oock niet wel nemen sonder eerst gestut te sijn door een ofte meer stercke alliantie. De saecken van het Wimarsche leger staen in dese termen. De executeurs van het testamentGa naar voetnoot1 tot Brisac sijnde vergadert werden gecaresseert van een gedeputeerde van den keiserGa naar voetnoot2, die te Basel is ende veertigh maenden Roemzug, soo de duitsche spreecken, aen 't leger presenteert van d'heer GuébrianGa naar voetnoot3, ChoisiGa naar voetnoot4, OisenvilleGa naar voetnoot5, die brieven van den coning van VrancrijckGa naar voetnoot6 hebben seggende, dat het leger geduirende des hertogsGa naar voetnoot7 leven in sijnen dienst ende soldie is geweest ende dat sijne maiesteit het selve leger beter als voor dese wil tracteren belovende veel aen 't generael ende particulier; ter selver plaets sijn d'heer PauliGa naar voetnoot8 ende PeblitzGa naar voetnoot9 voor den churfürst palsgraefGa naar voetnoot10 spreeckende niet heel claer, maer belovende dat den selve churfurst het leger, so sijn bevel werdt aengenomen, soo wel sal tracteren als den overleden hertogh heeft gedaen. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot11 ondertusschen blijft te Colmar wachtende op de uitcomste van die conferentie ende op het secours van monsieur Du HallierGa naar voetnoot12 dewelcke den sesten deser het casteel Moyen becomen hebbende nae hem toegaet. Daerentusschen de oneenicheden 'tsij onder de executeurs ende andere principale oversten, 'tsij met de Fransoisen, doen quaed ende sijn oorsaeck, dat het Wymarsche leger uit den Nederpals ende plaetsen onder Spier is getrocken oppewaert nae Benfeld ende daerontrent sonder apparentie van dit jaer iet uit te rechten, waerdoor de keiserschen sterck bij de tienduisent den Nederpals ende aenleggende plaetsen ledigh hebbende gevonden, Landauw weder hebben ingenomen, oock, soo ick meen, Germensheim, alsoo sij daer nae toe waeren gegaen ende geene resistentie en vinden laetende deselve keyserschen ondertusschen Hohentwiel geblocqueert. Den coninc, ten deele op dat stuck van Brisac ende 't Wimarsche leger lettende, ten deele mevrouw van SavoyeGa naar voetnoot13 verwachtende aen dewelcke den graef van ChavignyGa naar voetnoot14 is tegemoet gesonden, is te Grenoble. De hoochgemelte vrouw van Savoie is in groote swaericheden nae 't verlies van soo veele plaetsen voor de tresves ende nu noch nae de tresves van 't casteel van Nizza ende de stad Villafranca, oversulcx seer genegen tot vrede door raed van alle de Savoyards ende Piedmontois, hoewel dat selfs in de vrede ofte neutraliteit peryckel is voor haer, omdat deselve te laet comt ende de affectiën tot Vrancrijck bij alle 't volck sijn verloren. | |
Den hertogh van LotteringenGa naar voetnoot1 is te Bruissel om sijne swaericheden te vertoonen ende te ondertasten, off hij met het keisersche ende spaensche consent sich sal mogen inlaeten in een tractaet met Vrancrijck om door de vrede te salveren 'tgunt hij in het oorlogh met soo sobere ende ongeluckige assistentie niet en heeft connen doen. Die van het graefschap van Bourgogne de neutraliteit, die sij met recommendatie van de Switsers versoecken, noch niet becomen hebbende belegeren Ivoy. De legers van de marescal de ChastillonGa naar voetnoot2 ende PiccolominiGa naar voetnoot3, van den marescal de MillerayGa naar voetnoot4 ende De FuentesGa naar voetnoot5 sijn op de plaetsen als voor desen sonder iet uit te rechten. Den prins van CondéGa naar voetnoot6 heeft in het graefschap van Roussillon een bourg ingenomen genaemt Tautavelle. Den graef van HarcourtGa naar voetnoot7 commanderende over 's conincs vloten in de Middellandsche zee heeft een Spaensch schip becomen, 'twelck hier in de gazettenGa naar voetnoot8 breed werdt uitgemeten. De heren van Venetiën boven het beloofde gelt senden schoone pavilloenen nae Constantinople ende sijn wel blijde over haer vrede. Den Grooten HeerGa naar voetnoot9 heeft het flerecyn seer swaer, 'twelck hij dagelijcx voedt door excessen in wijn tegen den Alcoran ende in vrouwen tegen sijne gesondtheit. De sestichduisent Tarters, waervan ick voor desen heb geschrevenGa naar voetnoot10, werden geseit te hulp te comen aen den voivode van MoldaviëGa naar voetnoot11 tegen die van WalachiëGa naar voetnoot12, die qualijck staet in 't hoff van Constantinopolen. 't Huwelijck tusschen den prins van SpaigniëGa naar voetnoot13 ende de dochter van EngellantGa naar voetnoot14 werdt hier voor seecker gehouden ende getuicht door veele advysen uit Engellant. Prins CasimirGa naar voetnoot15 is in 't Bois de Vincenne gedient bij vijf Polacken. De soldaten, die eerst last hadden hem in sijne camer te bewaeren, sijn wechgenomen. De advysen van 't gevecht tusschen de Spaensche vloot comende van de Courogne ende de Hollandsche sal daerGa naar voetnoot16 buiten alle twijffel in 't breede sijn geadviseert. De Hollanders hebben buscruit gebreck gehadt ende 'tgunt haer geduirende het gevecht uit Calis is toegesonden heeft niet genoech connen helpen. Wij hooren de Schotten alledaeg meer ende meer usurperen tegen haers coningsGa naar voetnoot17 autoriteit, waeruit gevreest werdt, dat den coninck van Groot Bretaigne | |
de occasie soude mogen waernemen van de Spaensche vloote, die haer nu geretireert heeft onder sijne custe, niet alleen te salveren, maer oock de soldaten, die tot sesduisent daerop sijn, voor eene tijdt tot sijnen dienst te gebruicken, waerom wel te wenschen waer, dat die Schotsche questie met conservatie van des conincx autoriteit waren geaccommodeert. Te Noremberg werdt een vergadering gehouden van de Duitsche fürsten ende steden des keisers partie houdende, te Baden een van de dertien Switsersche cantons, alwaer de Grisons oock de haeren sullen senden. Den colonel GullerGa naar voetnoot1 het fort van den Rijn tegen de Spaensche gesinde Grisons inhoudende wacht op hulpe soo van Vrancrijck als van de Venetianen, die nu van de vrese van het Turcksche oorlogh sijn verlost ende daerover veel aen haer gelt, maer oock wat aen de intercessie van Vrancrijck sijn geobligeert. Van de Switsers staen veel aen de keisers zijde ende is onlancx het keisersche volck lopende tot ontrent Schafhuisen seer gefavoriseert geweest door die van Baden ende Soldurn. Die hier de saecken van Hessen verrichtenGa naar voetnoot2 willen ons doen geloven, dat alle Hessische handeling met den keiser is gebroocken. De seeckerheit daervan waere goedt. Van 't gelt, dat uit Westindië in Spaignië is gecomen, werdt een deel gesonden nae Nederlant, een deel in Italië, een deel in Duitschlant. Te Brisac werdt gelooft, dat den broeder van den hertogh van WimarGa naar voetnoot3, loffelijcker gedachte, daer sal comen om de saecke van de erffenisse sonder sich met het oorlogh te moeien, alsoo hij de goederen, die in Saxen haer huis toe comen, niet en wil avontuire. Maer sal misschien voorslagen doen tot eenigh bestant. Den 24 sept. 1639. | |
In margine schreef Grotius: Wij hebben veele teickenen, dat in Italië de trefves gaet tot continuatieGa naar voetnoot4. Want al het gelt van Vrancrijck, dat nae Italië gaet, werdt nergens anders toe gebruict dan om het casteel van Thurijn te stercken. Den graef van AlaisGa naar voetnoot5 heeft sijn volck, dat hij op de frontieren had van Italië, gelicentieert ende den graef van Harcourt de vloot, die hij hadde bij Nizza gebracht te Marsaille. De vloot van den bisschop van BourdeauxGa naar voetnoot6 ontlaet haer te Rochelle om te rusten. Nae Tautavelle heeft den prins van Condé noch een bourg ingenomen genaemt Colperda. Den Marescal de la Millerai doet sijn volck wat diep loopen in Artois ende andere plaetsen om daer nae deselve in de garnisoenen te brengen. Piccolomini maect een groot fort tusschen Arlon ende Ivoy. De abdie van Remiremont in Lorraine met eenige aenleggende plaetsen heeft de neutraliteit becomen. D'heer NoyerGa naar voetnoot7 is wederom vervallen in apoplexie. | |
Adres (boven aan de brief): Mijnheer Mijnheer den raedsheer Van Reigersberg. In margine schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 sept. 1639. |
|