Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4173. 1639 juni 18. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.Mijnheer, 't Ongeluck bij Thionville is grooter als men hadde gemeent, ende sal apparentelijck de desseings, om dewelcken de ambassadeur van HollantGa naar voetnoot7 met monsieur EuskerckenGa naar voetnoot8 nae den conincGa naar voetnoot9 waeren gegaen, in groote onseeckerheit ofte verandering brengen. Monsieur de FeuquièreGa naar voetnoot10 is niet alleen in den arm, maer oock in den buick ende been gequetst ende gevangen gebracht binnen Thionville, vanwaer hij geschreven heeft aen mevrouw de FeuquièreGa naar voetnoot11 aen dewelcke PiccolominiGa naar voetnoot12 oock vrij gesonden heeft haere soonGa naar voetnoot13 ende eene haere neefGa naar voetnoot14 met | |
aenbieding van passeport ende van convoy, soo 't haere Ed. gelieft te comen bij d'heer van Feuquière. Deselve heer van Feuquière werdt bij eenige beschuldigt als te veel hebbende geadvontuirt, maer hij heeft ordre gehadt om Thionville te belegeren, hoewel veelen, die tot sijn leger behoorden, noch te Parijs waren ende op andere plaetsen. De belegering sijnde begonnen is Piccolomini veel stercker gecomen, als men meende met sich brengende over de sevenduisent paerden, die meest alle behalven haere ruiter een musquettier hadden en crouppe 'twelck haer de gelegentheitGa naar voetnoot1 heeft gegeven om inGa naar voetnoot2 twee daegen te doen twee ende dertich mijlen. D'heer van Feuquière wat hebbende gehoort van dese aencomste doch niet meenende, dat de vijant soo sterck was ofte oock soo haest conde comen, is met de ruiters ende acht regimenten te voet hem tegen gegaen, hoopende hem af te snijden een brugge, daer hij over moste passeren, maer vindende hem alrede gecomen over de brugge heeft sich niet connen retireren, maer is genoodsaect geweest te slaen; heeft self sich courageuselijck gedragen als oock het voetvolck, maer sijn terstont verlaeten geweest bij de ruiterie ende sijn soo getracteert, dat van het regiment van Navarre ende van Picardie van yder quaelijck ses menschen sijn overgebleven, 't geschut, bagagie ende amonitie al genomen. Men hout vier duisent Fransoisen sijn gebleven, drie duisent gevangenen. Veertich veldstucken, die Piccolomini bij hem hadde, hebben tot de victorie seer geholpen. Dese slagh is geschiet den sevenden junij in de morgenstont tot groot naedeel van Vrancrijck. D'heer van ChastillonGa naar voetnoot3 met sijn leger is gegaen om de verdere intochten van Piccolomini te beletten, 't sij dat deselve Piccolomini sijn cours neme nae Pontemousson, nae Verdun ofte nae Champagne, waervan wij de naerdere tijdinge verwachten. Voor Hesdin gaen de saecken noch wel. De grachten sijn meest gevult, hoewel die van binnen door haere uitvallen veele van de werckluiden hebben quaelijck getracteert. Oock sijn twintich van buiten meest luiden van fortificatie daerbinnen gecomen, tachtich anderen, die meenden daer binnen te comen, gerepousseert. Daer de gracht is gepasseert, werden mijnen gemaeckt onder twee stads bastions, soodat ick blijve bij mijne gissing, dat 't einde van dese maent de stadt sal connen Fransch sijn. Den coning is door dese quaede tijdinge gealtereert ende schijnt nae Amiens sich te begeven, andere seggen nae Calis. Den prins van CondéGa naar voetnoot4 hebbende bij sich ontrent 16000 man te voet, 3000 te paerd, belet noch meer de desseings van Spaignië tegen Vrancrijck dan hij selve iet vordert. De hertoginne van SavoyeGa naar voetnoot5, soo men gelooft, stelt in de Fransche handen Conis, Carmagnola, Savillan, Suze; dat hebbende sal men den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot6, die totnochtoe is opgehouden geweest, doen marcheren. Eenige Spaensche galeyen toonen sich bij Niz(za). Te Marsille is wat oproer geweest, maer is gestilt. Den eertsbisschop van Rei(msGa naar voetnoot7 is am)oureux van de princesse Anne van | |
MantoueGa naar voetnoot1. Den coninc dit huwelijck niet willende toestaen heeft sich begevenGa naar voetnoot2 te Sedan, waer over sijne beneficiën, die seer groot sijn, gestelt sijn in bewaerende handt. Den coninc van PolenGa naar voetnoot3 heeft aen den coninc alhier ende aen mijnheer den cardinaelGa naar voetnoot4 geschreven voor de vrijheit van sijn broederGa naar voetnoot5, seggende oock eerstdaegs een ambassade ten selven einde te willen senden. De woorden sijn vrij wat hoochdravender dan het Fransche humeur sal connen digereren. Tusschen Engellant ende Schotlant sie ick noch geen apparentie van accommodatie lettende op de regiering, die in Schotlant is gestabilieert, den eedt, die den conincGa naar voetnoot6 vordert van de Engelschen, groote legers aen beide zijde naebij malcander ende alle uitheemsche interpositie seer suspect. Wij arbeiden hier dagelijcx soo voor de vrijheit van den marescal HoornGa naar voetnoot7 als om den hertogh van WimarGa naar voetnoot8 over den Rijn te doen passeren, maer de Fransoisen bijsonder nae dit groote verloop houden gaeren den hertogh van Wijmar naebij de hant ende vresen seer voor Jan de WaertGa naar voetnoot9. Tot Parijs den 18 juny 1639. Monsieur de Feuquière, die men twijfelt off noch leeft, werdt seer beclaeght bij mijnheer den cardinael. Wij crijgen advisen, dat de Oostindische ende Westindische vloot in Spaignië sijn gearriveert, die met 18, dese met 36 millioenen. | |
Adres: A Monsieur Monsieur de Reigersberg, conseiller au Parlement d'Hollande et Zélande à présent chez monsieur son frère, maistre de comtesGa naar voetnoot10 à Middelbourg. Port. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 18 juny 1639 vyt Paris. |
|