Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4145. 1639 juni 4. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot7...... eenige benden over de bergen naar 't oude Kerkhof, van de Fransoizen, inzonderheit in den zomer. De Hartog van LonguevilleGa naar voetnoot8 - die zyn proces nu weder heeft aangevangen tegens zyn Hoogheit myn Heer den Prins van OranjeGa naar voetnoot9 voor den Franschen Raad alhier, van wegens 't Prinsdom, om de praescriptie te beletten - blyft noch ondertusschen te Lions.
Monsieur de ChavignyGa naar voetnoot10 heeft zyn best gedaan om zoo wel Turin als vyf of zes andere Steden, die de Hartoginne Weduwe van SavoienGa naar voetnoot11 noch in handen heeft, te bekomen in bewaring van Fransche bezettingen, alzoo die van Piemont, door de groote neiging die zy hebben tot de twee Prinsen van SavoienGa naar voetnoot12, alle de plaatsen, die in hunne handen zyn, overgeven. Maar de Vrouwe Weduwe, wetende wat haat zy alrede door het volgen van de Fransche party heeft behaalt, schroomt verder zich in te wikkelen, en quam garen tot de neutraliteit die Vader MenodGa naar voetnoot13 zoo lang geraden heeft, en daar door in ongunst gekomen zynde van het Hof van | |
Vrankryk, door de Weduwe van hier daar toe geperst zynde uit het Hof van Piemont is verzonden, maar niet zoo men hier wilde hebben naar Pignerol. Men slaat voor de plaatsen, zoo die in handen zyn van de Weduwe, als die by de Spaanschen of de twee Princen worden bezeten, te stellen in bewaring van den PausGa naar voetnoot1 tot dat de vrede zal worden gemaakt. Maar ik meen dat de Spanjaarden, die alrede veel in hebben, en de rest haast meenen te bekomen, daar toe niet licht zullen verstaan. |
|