Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4125. 1639 mei 23. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mijnheer, Ick ben niet min becommert als verwondert niet wetende, wat de oorsaecke wesen mach, dat ick nochte AelianusGa naar voetnoot5 dese mael van uEd. geen brieven hebben ontfangen, daer ick uyt Constans'Ga naar voetnoot6 schrijven niet kan mercken, dat uEd. door sieckte ofte absentie soude connen geweest sijn verhindert ende den tijt materie geeft; apparent deselve ergens aen off op sijn gehouden, hoewel soo andere particuliere als publycke brieven ter hant sijn gecommen, warom wij dienen te letten, waer het hapert, te meer omdat ick vreese dat bij occasie van de discoursse van | |
IonssonGa naar voetnoot1 eenyge, soowel tegens uEd. als den heer aertsbiscopGa naar voetnoot2 gaende gemaeckt sijnde, materie souden mogen soucken om politycken desseins met geestelijcke pretexten van nieuws uyt te voeren, waertegens den heer aertbiscop, wiens voorsichtycheyt ick daerin admirere, tijdelijck soo met brieven aen de coninginneGa naar voetnoot3 als den resident BoswelGa naar voetnoot4 ende andere heeft voorsien, te kennen gevende, hoeverre hij is geësloingeert niet alleen van SociniGa naar voetnoot5 gevoelen, maer oock van diegene, die het souden mogen favoriseren, begerende met comminatie Ionsson hem daervan soude hebben te purgeren, gelijck hij oock besych is om in het particulier soo de predicanten als kerckenraet daertoe aen te spreecken, hebbende aen RivetGa naar voetnoot6 ende AltingGa naar voetnoot7 een schrift, soo mij wert geseyt bij haer ingestelt, geteyckent, hetwelcke eenyge baptiseren met den naem van een palinodia, daer nochtans niet kan werden herroupen hetgene noyt is geseyt, gelijck denselven Ionsson mij heeft verclaert, dat hoewel Socini boucken heeft gelesen ende eenyge goeden dyngen daeruyt te hebben geleert, nochtans altijt vreemt van de sociniaense leere te sijn geweest, daervan niemant beter getuygenisse als den heer aertsbiscop soude connen geven, die iegenwoordych eenyge sijne scriften tegens Socinum in handen heeft. Dat hij uEd. name soude hebben gebruyckt, ontkent hij tegens mij, doch adstrueren sulckx andere, die oock van nieuws de familiariteyt met RueroGa naar voetnoot8 ophaelen. Onder deselve wert oock genoemt monsieur BrassetGa naar voetnoot9, waerom mij sulkx te meer is suspect, bijsonder omdat ick mij niet kan voren laten staen, dat EgillusGa naar voetnoot10 het met GolilasGa naar voetnoot11 wel meent ende mogelijck bij UddoGa naar voetnoot12, die de zes steliicke seer souckt te behagenGa naar voetnoot13, door sulcke middelen sal willen wercken. Off ick dit behoore te dissimuleren, heb ick getwijfelt, omdat soodanyge desseins bij die haer met alle middelen soucken te behelpen met beter onderrechtyngen qualijck sijn te breecken. Evenwel om die niet qualijck sijn geaffectionneert de waerheyt bekent te maecken sal ick met eenyge communiceren hetgene mij voor desen bij gelijcke occurrentie bij FelixGa naar voetnoot14 is geschreven; oordeelt uEd., wat verder daerin behoort off kan werden | |
gedaen, gelijck het niet te verachten is in soo malitieusen eeuwen, ick sal garen de instructie daertoe nodych ontfangen. IohnsoonGa naar voetnoot1 versuym ick niet hetgeen IovinianusGa naar voetnoot2 in die materie bekent wert gemaeckt te communiceren, gelijck ick mede uyt Ioviniano verstaen al wat hem wedervaert, doch vinde het verhaal van d'een ende d'ander sijde niet te accorderen, dat niet vremt is soo wanneer yet anders als de waerheyt gesocht, gelijck hedensdaechs, Godt beter, deurgaens geschiet. Van het marcheren van het Franse leger hebben wij wel tijdyngen, maer niet wat dessein het heeft; hetselve wert geseyt sterck te wesen 20m te voet, 8m paerden, doch geloven ontrent de twee derdeparten. Indien waer is hetgene den heer van OosterwijckGa naar voetnoot3 adviseert, dat de Franse vlote het canael affcomt, soude het dessein mogen vallen op de custen van Vlaenderen, maer off de Fransoisen haer suffisant vinden soo diep te commen in het viants lant ende haer daer te retrencheren, twijfele ick, hoewel haer leger daer beter soude connen werden gevoet uyt Calis ende Zeelant als voor St. Omer off elders. Een lanttocht, hoewel ontrent de duysent wagens aengenomen sijn, sie ick niet dat de preparaten hier ons connen doen geloven, hoewel provisie van byscuyt noch is van het voorleden iaer, maer naer mijn oordeel sal men de Fransoisen voren laten gaen ende naer sij vigoureux beginnen volgen. Sijn HoocheytGa naar voetnoot4 is desen morgen om t'avont tot Buyren mergen op de rendevous te sijn wt Den Hage verreyst. Voor sijn vertreck heeft gedisponeert in faveur van den heer van HauteriveGa naar voetnoot5 op het gouvernement van Breda, dat offensie geeft aen de inlantse militie ende voornamelijck aen de politycke, die meenen, dat niemant als die in de vijff pointen suyver, soo sij het noemen, gevoelen, wel en meenen, onder dewelcke off eenyge derselver vremt wert gevonden sijne Hoocheyt beter een papist alleen een geheele stadt vertrout als het polityck beleyt daervan voor een veertychste part aen een remonstrant, welcke interpretatie daerop loopt, omdat geseyt wert gebeurt te sijn dat het Hoff Prov. soo nu soo dan remonstranten als seer gequalificeert tot vroetschappen recommanderende sijne Hoocheyt meent op de kerckelijcke behoort te werden geleth. Doch die dat naer de letter nemen considereren weynych, dat de groote aen de dyngen haer verder binden als hare particuliere insichten haer lijden ende dat de groote altijt meer hebben te hopen van necessiteuse als bij haer selffs bestaende luyden. Van Westindiën hoopt men alles goets, hoewel het beste verstant niet en is tusschen graeff MauritsGa naar voetnoot6 ende eenyge [van] de voornaemste politycke radenGa naar voetnoot7, die wedersijts soucken, den graeff aen sijn Hoocheyt, de andere aen de Camer, thuys te mogen commen. Graeff Maurits claecht, sijne remonstrantiën bij de bewinthebbers in achtinge niet werden genomen ende dat meer eere hier can behale in | |
een iaer als in al sijn tijt in een lant, daer hij niet is gegaen om als een garnisoenhouwer gebruyckt te werden. De particuliere advysen oock van geestelijcke tonen, off wat particuliers hieronder liep ende meene sommyge het beleg van de Baia, dat de Compangie nadelych, den grave profitelijck is geweest. Soodanich lopen de humeuren in het oordeelen ende mede de inclinatiën, wat beter waer: de grave ofte de twee bewinthebbersGa naar voetnoot1 ende de raden, die met haer gevoelen, thuys te ontbieden. Sonder intrest voor de Compangie sal de resolutie wel werden genomen ende naer het noch schijnt tot voordeel van den grave uytvallen, hoewel eenyge nu gewaer werden hetgene de Oostindische Compangie van begin aen wel heeft geremarqueert, dat het met voorsichticheyt genomen was, dat soo weynych considerabele hooffden soo considerable ministres gebruickten. Doch dat is het quaet van den heelen Staet, daerin de subalterne geclommen sijn boven degene die haer souden commanderen, waeruyt volcht in de gouvernementen quod illud, quod respublica capere deberet, illi intercipiuntGa naar voetnoot2. Daerwt groyen de lasten van de garnisoenen van de frontieren sonder vermeerderynge van contributie, waerin men te Maestricht garen sage voorsien, tot welcken eynde oock gedeputeerde aldaer nu eenygen tijt sijn geweest. Hollant blijft noch bijeen om ordre te stellen tot het Westindische subsidie ende nieuwe imposten tot verval van de interesten van de gelichte vijffentwintych hondertduysent guldens. De exploiten van den heer generael BannierGa naar voetnoot3 sijn groot, maer connen nochte de persuasiën, die van hier ende elders werden gebruyckt, MilanderGa naar voetnoot4 noch niet gaende maecken, die eenyge meenen een neutraliteyt voor de lantgravinneGa naar voetnoot5, Nedersaxische ende Westfalischen creyts in hooft te hebben ende het commandement over het volck daertoe op te been te houden. Met het schip wt CanariënGa naar voetnoot6, ionctes den gouverneurGa naar voetnoot7 voor desen tot Rotterdam gebracht, is het sulkx gelegen, dat de matroosen, die het hebben vermeestert, in dienst waren van een Napels coopmanGa naar voetnoot8 ende voor denselven in Canariën gecommen, ende daerom is hare actie soo wel niet te verdedygen, die oock retardement aenbrengen sal aen de lossynge van gevangen vissers, die voor de aencomste genouch was geconcludeert, oock mede incommoditeyt geven aen de negotiërende scepen, die uyt dese landen (m)et oochlyckynge in die quartieren dagelyckx negotieren, warom wat verre siende liever sagen dit niet voorgevallen ware geweest. De geseyde matroosen verhalen, ten tijde sij van Napels vertrocken, over de 40 Hollantse scepen aldaer waren ende eenyge verhuyrt met volck ende ammunitie, eenyge aen de Spaense vercocht, dat wederom onlust tegens Amsterdam geeft, dat evenwel sonder commercie ende schipsvaert soo in die als andere landen niet en kan bestaen. | |
Met CaesarGa naar voetnoot1 staet het in voorgaende pointen. NumerianusGa naar voetnoot2 gaet in regard van SophiGa naar voetnoot3 sachter ende hoopt ScarinusGa naar voetnoot4 hem verder te brengen. De Oostindische Compangie meent, soo sij hare redenen voor billycke rechters mogen deduceren, dat sij meer van de Engelsche in goet recht als de Engelsche van haer hebben te pretenderen; in verder communicatie sonder visie van de procuratie van de Compangie, daer sij mede hebben gecontracteert, schijnen sij niet van meenynge te sijn te treden, ende dat hout men redelijck, gelijck het is. Waer de accomodatie tusschen Engelant endeGa naar voetnoot5 Scotlant vandaen soude commen connen wij hier oock niet sien. Desen 23 Mey 1639. Verte. Desen was geschreven, soo uEd. brieffGa naar voetnoot6 twee dagen naer gewoonte voor den dach is gecommen; het principaelste meene ick genouch te hebben beantwoort. Numerianus, die ick soo terstont hebbe gesproocken, hope ick voor Sophi wel sal gaen. Evenwel dat al geresolveert sijnde wert tijt gerequireert, eer ten effecte wert gebracht. HumultGa naar voetnoot7 heeft van SwedenGa naar voetnoot8 geen nader tijdynge. Bij Caesar sal ick dese weecke devoir doen. De Duytsche tijdynge sal den heer SpierynckGa naar voetnoot9 uEd. communiceren. |
|