Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3796. 1638 oktober 8. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.Ik heb dien GodgeleerdenGa naar voetnoot6 zoo uit myn boek over 't Recht van Oorlog en Vrede, in den tytel van de gemeenmaking der straffenGa naar voetnoot7, en uit meer dan eene plaats van myn boek voor de Waarheit des Christelyken GodsdienstsGa naar voetnoot8, gelyk ook uit myn ongedrukte aantekeningen over Matthaeus, zoo klaar overtuigt, dat hy lichtelyk en de SocinianenGa naar voetnoot9, en die my voor een Sociniaan willen uitmaken, den mond zal stoppen. Deze Heer nam hierop volkomen genoegen, en prees zeer myn beleeft schryven aan die luiden, inzonderheit alzoo ik daar door by eenigen niet weinig heb gewonnen. |
|