Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3787. 1638 oktober 2. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot11.Mijn Heer, In uE. quartieren sal haest comen Samson IohnsonGa naar voetnoot12 om predicker te sijn bij | |
de coninginne van BohmenGa naar voetnoot1 daertoe gesonden bij den coninckGa naar voetnoot2 ende eertsbisschopGa naar voetnoot3. UE. sal voordeel connen doen met sijne vrundschap te onderhouden, alsoo hij in alle wetenschappen seer geleert is, moderaet in de religie, ende als sulcx, alsoo ick hem in Duitschlant gekent hadde, bij mij gerecommandeert aen mijnheer den eertsbisschop ende daerdoor gecomen in fortuine. Hij heeft aen mij geschrevenGa naar voetnoot4 ende getoont, dat hij sich aen mij hout seer geobligeert. Mijne gesontheit heb ick weder becomen, crijgh oock mettertijdt de sterckte. De coninginne-moederGa naar voetnoot5 meene ick niet, dat in Vrancrijck comt, maer wel dat sij in Hollant blijvende onderhout van den coninck sal genieten. Den coning van SpaigniëGa naar voetnoot6 heeft haer het toegesegde pensioen doen betaelen tot September toe, daer sij in Augusto was vertrocken. Ick meen d'heer KnuitGa naar voetnoot7 hier de saecke van 't oorlogh voor het aenstaende jaer sal prepareren. Sooveel ick can verstaen, werden de Schotten door des conincs van Engelant toegeven meer verhart dan vermurwet. Ick meen den coninck eenige van de grooten aen hem sal soecken te trecken. 't Is mij lief dat de saecken van de zee in Hollant beter gaen als voor dese. Groote reformatie is daer in dat stuck wel van node. Ick heb gisteren gesien den coninck, coninginneGa naar voetnoot8, dauphynGa naar voetnoot9 allegader wel te passe ende op het allerhoochste gerecommandeert de saecken van den hertogh van WymarGa naar voetnoot10 om met volck ende gelt geholpen te werden. Volck belooft den coning, maer, soo dat gaet onder den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot11, soo men hier te Parijs seit, sal ombrage geven ende scheuring van commandement. Den hertogh van Wimar is seer geswackt door dooden, siecken, gequetsten ende verloop genoechsaem van alle het volck van den vicomte de TuraineGa naar voetnoot12. Echter beset hij de genomen steden, oock Keisersberg, Amerswegen, Kintzingen ende heeft door RosaGa naar voetnoot13 eenige ruiters van den vijant geslagen, oock eenen colonel WertzGa naar voetnoot14 genoemt gevangen doen brengen tot Benfeld. GotzGa naar voetnoot15 is bij Eslingen; crijgt veel volcks, verwacht de comste van BredaGa naar voetnoot16 Den hertog van LottheringenGa naar voetnoot17 sterckt hem mede ende heeft veel vivres tot | |
Tham vergadert met hoope om hem te vougen met Gotz ende Brisac te revictailleren. D'heer RotenhanGa naar voetnoot1, overste van sijne Fürst: Genade bij den vijant voor desen gevangen is daer gestorven. Bij Costnitz vergadert den vijant oock volck: ende men tracht het geschil tusschen den hertogh van BeierenGa naar voetnoot2 ende de stadt Regenspurg te accommoderen. Wij verstaen oock, dat de Wirtenbergsche gesantenGa naar voetnoot3 van Prage met contentement sijn vertrocken. Men soect door een gracht passerende het Bernsche gebiet den Lac de Geneve te doen raecken aen den Lac d'Iverdin tot vordering van de commercie. Eenige Nederlanders vorderen dit werck waervan de uitcomste onseecker werdt geoordeelt. Den Spagnaerd belegert Pomara bij Casal. Den coning van Vrancrijck sent wat volcx in Italië. Tot Parijs, den 2 oktober 1638.
Nopende mijnen tweede soonGa naar voetnoot4, uE. geloove ten beste te helpen raiden, wanneer hij sal dienen ter woon te gaen te Amsterdam. Ick en wensch hem geen advancement, dat hem de practijcq soude connen beletten, waeruit hem het beste ende seeckerste proffijt staet te verwachten. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 2 Octob. 1638. |
|