Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3782. [1638 oktober ± 5?] Aan Paltsgraaf Johann KasimirGa naar voetnoot4.Doorluchtige Hoochgeboren Furst, Ick ontfang ser aant. daetelijck den brief, waermede uwe Furst. Genade mij vereert heeft, van den 23 SeptemberGa naar voetnoot5, ende ben ten hoochste verblijdt te sien, dat den dienst, dien ick aen Mijn Heer uwes Furstelijcke Genades oldste soonGa naar voetnoot6 niet soo seer bewesen, bij gebreck van occasie, als met gantsch dienstgenegeres harte toegesegt hebbe, bij uwe Furst. Genade soo goedertierlijck werdt aengenommen. Ick en sal niet naelaeten bij alle gelegenheit te toonen, hoe hoogh ick dese eere estimere bij bij aant. uwe ende sijne Furstel. Genade geschiet ende estimeren sal. T'is my leedt, dat Sijne Furst. Genade gecomen is te Parijs in een tijdt nar aant. een seer ongesonde lucht, die aen Sijne Fürst. Genade veroorsaeckt heeft een derdendaegsche coorts, de welcke, nae alle apparentie, sijne Furst. Genade te Paris vast sal houden tot de voorsomer, wanneer soodaenige sieckten de jonge lichaemen gewoon sij aant. te verlaeten. Onderentusschen al wat van mij ofte de mijne sal connen comen, dat tot contentement ofte goede instructie van Sijne Furst. Genade soude mogen strecken, sal nimmermeer ontbreecken; oock alles, wat in ons huis is, sal altijdt sijn tot volle dispositie van Sijne Furst. Genade. | |
Adres: Doorluchtige Hoochgeboren Furst Johan Casimir Palsgraef by Ryn, in Beieren, to aant. Gulich, Cleve etc. In dorso: Den 5:n Decembris 1638 zu Braburg. |