Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3763. 1638 september 11. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.Mijn Heer, De resten van de coorts ende een grootte swackheit door de siecte, het sweten, het laeten, het overgeven, het medicineren wil soo haest niet wegh. 't Is mij lief dat de brieven op Zeelant wel zijn ter handen gecomen ende dat uE. de saecke soo van RotterdamGa naar voetnoot6 als van de papierenGa naar voetnoot7 hout in levendige gedachtenis. | |
Mijne jongste soonGa naar voetnoot1 is in de bataille geweest, den oudsteGa naar voetnoot2 was ergens gesonden. Ick hoope wel van haer advancement. Den gront van dese Engelsche repressaliën verstae ick niet wel ende heb oock daervan uit de ambassadeurs van EngelantGa naar voetnoot3 niet connen onderrecht werden. 't Sijn quade incidenten ende waer goed, dat men daer eens uit conde raecken. 't Sal oock goed sijn, dat men den coninc van Groot BretaigneGa naar voetnoot4 d'ombrage beneme van de saecken van Schotlant te appuyeren. Soo de Schotten oock de bisschoppen quyt willen sijn, gelijck ick verstae, dat den bisschop van S.t AndréGa naar voetnoot5 sich daer niet dervende houden in Engelant is geretireert, soo siet die saecke suir daer uit. Wijse coningen geven wel wat toe in sulcke ongeluimicheden, maer dat is schadelijck, wanneer men met volck te doen heeft, die meenen, dat sulcx door schrick geschiet, ende altijd vorewaert willen. Dat de reyne-mèreGa naar voetnoot6 met mescontement van Bruissel is vertrocken, werd generalijck gelooft. Dat den Engelschen agentGa naar voetnoot7 haer niet en heeft gesien, geeft bedencken, off sij in Engelant aengenaem sal sijn. Soo sij op haere costen wil leven, soo sullen de burgers van De Hage daerbij niet verliesen ende de coninginne van BohemenGa naar voetnoot8 sal geselschap ende vertroostinge hebben. 't Is veel, dat de Duinckerckers soo wel binnen gehouden werden ende dat de overloopers dencken om weder t'huis te comen. De tijdingen, die wij hier hebben, heb ick aen monsieur ReigersbergGa naar voetnoot9 gecommuniceert om aen uE. te schrijven. Vaert wel met alle de vrunden. Den elffden Sept. 1638. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den XI Sept. 1638. |
|