Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3738. 1638 augustus 21. Aan Paltsgraaf Johann KasimirGa naar voetnoot12.Hochgeboren, Doorluchtige Fürst, Ich heb met behoorelijck respect ende eerbieding ontfangen het schrijven van Uwe Fürstelycke Genade van den 29 Maij 1638Ga naar voetnoot13 ende meteene met groote | |
vreuchte gesien uwer Fürst. Genades heere soon hertogh Carel GustaefGa naar voetnoot1, Palzgraef aen den Rijn, aen wiens hoogen stant ende groote qualiteiten ick niet naegelaeten en soude hebben alle opentlijcke eere ende reverentie te bewijsen volgens mijne schuldige plicht ende sonderlinge affectie, ten waer sulcx verhindert waere geweest door de ordre, die Sijne Fürstelycke Genade heeft van sich hier onbekent te houden. Ich sal dan hierinne als oock in alles vorders sijne Fürstelycke Genade gehoorsaemen ende toonen bij alle occasie, dat alles, wat in mijne macht is, bereidt is tot sijnen dienst. Wanneer oock hier naemaels uwe Fürst. Genade mij met sijne bevelen sal gelieven te vereeren, sal ick alle de selve niet alleenn met vlijd maer oock met blijdschap naecomen. Ende sal ondertuschen God bidden, Hoochgeboren Doorluchtige Fürst, dat het sijne Vaderlijcke goedheit gelieve Uwe Fürstelycke Genade ende desself gantsche huis meer ende meer te segenen. Uwer Fürstelijcke Genades altijd
| |
Tot Parijs, den 11/21 Augusti 1638. | |
Adres: Doorluchtige Hovengeboren aant.Fürst Johan Casimir, Palsgraef bij den Rhyn, Hertogh in Beyeren, van Gulick, Cleve, Bergen etc. |
|