Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3620. 1638 juni 5. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot7.Mijn Heer, UE. twee brieven van den 24 MeyGa naar voetnoot8 sijn mij wel ter hande gecomen. De vrede is verre te soecken, bij bestant sal overal veel volcx moeten aengehouden werden. Den hertogh van WimarGa naar voetnoot9 heeft mijnen jongsteGa naar voetnoot10 selff aengesproocken van hem employ te willen geven. Ende monsieur VickevortGa naar voetnoot11 gaet binnen weinigh | |
dagen, derrewaert ende sal haer alle beide ten beste raiden, vint ons voornemen van onse kinderen daer ofte bij Sweden te bestellen seer goed ende is van opinie, dat nae Hollant te dencken ons ende haer van het stuck soude leiden. Van 't selve advys vinde ick alle vrunden, daer ick mede spreecke. Sich voor boeven te wachten is prijsselijck ende christelijck. In 't handelen, meene ick, dat Swede op haer stuck wel sal letten. UE. discoursen over de desseings, soo van Vrancrijck als van Hollant dit jaer, sijn goedt. De peryckelen voor het huis van den Pals, soo Meppen niet en werdt weder becomen ende soo hetselve huis met niemant in verbond en comt, heb ick de Engelschen alhierGa naar voetnoot1 seer levendigh aengewesen. Nu verstae ick, dat den palsgraefGa naar voetnoot2 wil senden in Sweden om daer eene alliantie te sluiten. Twijfele, off 't selve sal succederen, soo Engelant niet mede de hant aen 't werck en slaet. Wat in Polen sal vallen nopende den tol importee(r)t geweten te sijn. De Polen, die hier sijn, spreecken diverselijck, meest al meenen de saecken gaen tot acommodement. In Schotlant moet wat tijds met patiëntie gewonnen werden. Ick meen echter den coningGa naar voetnoot3 alleinskens sal comen tot sijne intentie om beide de natiën te brengen tot conformiteit vari coustumen in het geestelijck ende in het polityck tot aenwas van de coninclijcke macht, gelijck schier overal geschiet. De verhooging van den tol in de Sont meene ick, dat verdraegen sal moeten werden gelijck andere verhoogingen tot noch toe sijn verdragen. 't Logeren van Galas'Ga naar voetnoot4 volck in de quartieren bij uE. vermelt moet nootelijck ombragie geven aen de Vereenigde Nederlanden. Dat AelianusGa naar voetnoot5 bij NeefGa naar voetnoot6 ende anderen de advysen van FelixGa naar voetnoot7 communiceert, can Felix niet beletten. Doch weet wel, dat bij wijlen sulcke advysen aen Vindex'volckGa naar voetnoot8 weder ter ooren comen, die daerover seer te onvrede sijn ende garen sagen, dat men schreef, dat haer te passe comt. Apud MagogumGa naar voetnoot9 mihi nihil neque seritur neque metitur, ende ick meene het groote wijsheit is, dat voor vast te stellen. 't Is mij lief, dat uE. laeste conferentie met Aelianus wat beter is afgeloopen. Mijn huisvrouw sal uE. vorder daervan schrijven.
5 Iuny 1638. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raed van den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 5 Iuny 1638 wt Paris. |
|