Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8

3108. 1637 juni 4. Aan N. van Reigersberch⁹.

Ik arbeide ook in een werk ter eere van Zweden¹⁰, alwaar ik in 't voorby gaan meene te toonen, dat de Heeren van Eaux¹¹, Voorzaten van de Prinsen van Oranje, zyn gekomen en den naam behouden hebben van de West-Gottische Koningen, die lang geregeert hebben in Provence, en daar ontrent. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Evenwel ontbreken' er niet veel luiden, die my dagelyks redenen zeggen te

9 Gedeelt. gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 110, 114 en 139. Waarschijnlijk antw. op no. 3079.

10 Historia Gotthorvm, Vandalorvm, & Langobardorvm, posthuum - in 1655 - te Amsterdam verschenen; zie Ter Meulen-Diermanse, no. 735.

11 In plaats van Eaux moet Baux gelezen worden. Zie Grotius' Historia Gotthorvm, Vandalorvm, & Langobardorvm, Prolegomena, p. 52 en 53: ‘At nec in Narbonensi Gallia, quam Balthi reges diu tenuere, stirps eorum tota interiit. nam qui gallice. L. ut ante consonantem solet, in u mutato de Baux vocantur, ii in chartis veteribus Latine scriptis appellantur Baltii, unde qui orti sunt avitae potentiae partem servant principatu Arausionensi: ...’.

[p. 337]

hebben om te geloven eene heimelyke handeling, zonder kennisse zelfs van den Paus¹ en zyne dienaars. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Myn gevoelen is, dat volgens het Recht der Natuur en der Volken, die zyn domicilie verandert, niet blyft verplicht aan de plaats van zyn geboorte. De Spanjaards plegen daar boven noch de manier te hebben van hun Vaderlandt afstant te doen by een getuigschrift. Gelyk velen van de Grooten hebben gedaan. Qui in Jure Romano sunt traditi de municipalibus zyn Juris positivi en hebben plaats, als men bleef binnen de palen van 't Roomsch gebiedt, en niet daar buiten. De reden van die Wetten is aangewezen by my en anderen. Van soldaten en studenten is het gemeen gevoelen van de Doctoren decennio domicilium contrahi van soldaten is meerder reden, dan van studenten, alzoo het in hun magt niet is, noch in de magt der Prinsen van hun oorspronkelyke plaats, dat zy zouden paspoort hebben als zy willen: daarom houde ik dat de legitimatie van Broeks zoon² wel ook ten overvloed hadde konnen genomen worden van den Koning van Groot-Brittanje³, maar ook nodig was genomen van de Staten-Generaal. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

1 Urbanus VIII.

2 Bedoeld is een der zoons van de in 1636 overleden kolonel William Brogg.

3 Vermoedelijk Karel I. Vgl. over de kwestie no. 3079, p. 296 n. 8.