Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3090. 1637 mei 22. Aan N. van ReigersberghGa naar voetnoot1.Ik heb mij lang gereet gehouden tot dat werk. Omdat het te lang verbeidde heb ik iets anders begonnen: daar ik een einde of stilstant in wil maken, en terstont deze papieren in de hand nemen. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Mijn Heer de Prins van OranjeGa naar voetnoot2 heeft een brief aan AytzemaGa naar voetnoot3 geschreven, zoo toegezegelt, dat men die lezen konde, en heeft den zelven door den Heer CamerariusGa naar voetnoot4 doen bestellen, waarin hij zich toont t'onvrede te zijn, dat in het stuk van Meurs gegaan is buiten zijn ordre te Regensburg. Waarom zulks en zoo geschiedt is, heeft bedenken. Ik zie niet, dat mijn Heer de Prins, sustinerende vrij te zijn van 't verhef van den Vorst van CleveGa naar voetnoot5, kan ontgaan Meurs van den KeizerGa naar voetnoot6 ter leen te ontfangen. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Men zeid hier, dat de meening was een Hartogdom daar van te maken. Ik weet niet of de Raden van mijn Heer den Prins van Oranje hebben opgemerkt, dat zijne Voorouders, die van Eaux aant. niet alleen titulen hebben gehad tot het Graafschap van Provence, waaruit zij waren gesproten, maar ook tot het Koningrijk van Arles, waarin Provence en Oranje zijn gelegen, en waarvan Provence releveerde maar dat zij ook een tijdt lang in eenige possessie zijn geweest, die hen daarna is afgedrongen. Dit zoude konnen dienen, niet alleen om den naam van zijn Hoogheit te konnen rechtvaardigen, maar ook, zoo de Hartog van SavoienGa naar voetnoot7 eens den eernaam neemt van Koninglijke Hoogheit vanwegen Cyprus, - zijnde zijn pretensie niet beter, dan die van 't Huis van Oranje op 't Rijk van Arles - van gelijken te mogen doen. Hae nugae seria ducuntGa naar voetnoot8. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - |
|