Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3073. 1637 mei 15. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijn Heer, UE. brieven van den vijfden MeyGa naar voetnoot2 sijn mij door S.r HeufdGa naar voetnoot3 den 13 ter handt gecomen. Ben blijde soo particulierlijck geïnstrueert te sijn op 't stuck van Hulst om met kennisse daervan te mogen spreecken. Nopende die hier van CimonGa naar voetnoot4 is geweest, ick heb op 't laeste claerlijck de boeverie gemerckt. Ick ben wel onderrecht dat hij eenige ordre heeft gehadt, maer can niet wel weten van wie. Ick verstae niet anders van hem bejegent te werden als d'(?)EngelschenGa naar voetnoot5. Ick vinde evenwel niet goed, dat men hiervan met MagogGa naar voetnoot6 spreect, maer wel dat men alles grondelijck vernemeGa naar voetnoot7. Meene met mij niet te laeten spotten. Heb dat volck voor mij noch voor de mijne, Godt loff, niet van doen. Als sijGa naar voetnoot8 mijn oude diensten betaelt sullen hebben, sal ick haer nieuwe doen. Ende heb haer noch nae sooveel quaed tractement meer eer ende dienst gedaen dan veele, die de beste officiën hebben. UE. sal de waerheit door goede vrunden uit des mans eigen mont wel verstaen. De communicatie met uE. wil ick wel onderhouden. Maer vragt nae NeefGa naar voetnoot9 gantsch niet, totdat hij hem betert ende vinde uE. consideratiën op 't stuck van NumerianusGa naar voetnoot10 bedenckelijck ten beide sijden. Aen mijn oudsteGa naar voetnoot11 heb ick geschreven. Mijne mening is soo hij daer geen werck en can crijgen. dat hij t'huis come, alsoo hem schadelijck is tot ledicheit sich te gewennenGa naar voetnoot12. Wenschte d'heer SpierinckGa naar voetnoot13 voor sijn vertreck ordre stelde op de waerde van 't gelt. Ende mij dunct oock, dat ick hem op de qualiteit van raed bewijs genoech gesonden heb. Ende hij weet wel, mij sulcx van het beginsel af is toegeseit. De brieven van mijn heer de rijcxcancelierGa naar voetnoot14 sal ick terugge verwachten. UE. gelieve in de saecke met CaesarGa naar voetnoot15 te doen als voor desen u geschrevenGa naar voetnoot16 Oock van de papieren. Den ambassadeur van VenegiëGa naar voetnoot17 als hij iet heeft, dat Nederlant | |
aengaet, spreeckt met EuskerckenGa naar voetnoot1. Persisteert van geen tytel van Ex.tie te geven aen die van Nederlant nochte in 't ontfangen nochte anders gelijckheit te lijden. Mijne jongste soonGa naar voetnoot2 is met den hertogh van WimarGa naar voetnoot3 vertrocken. PeterGa naar voetnoot4 wacht ick hier. Nopende 't accoord tusschen Vrancrijck ende Engelant hoor ick, dat iet is genoechsaem gesloten, maer can niet vernemen, dat Engelant iet vigoureux wil doen. Stellende alles uit, totdat men beraemt sal hebben een voet op de paix: die sij aen den keiserGa naar voetnoot5 willen voorhouden ende soo sulcx niet en werdt aengenomen, dan haer vougen met Vrancrijck ende anderen. Die van de religie alhier werden belast tapijten voor haer huisen te spannen op des Sacramentsdagh tegens d'edictenGa naar voetnoot6, andersins boete te betaelen. Savigny is van de Fransoisen becomen in 't graefschap van Bourgogne, Chamblay van Mets, plaetsen van cleine importantie. In 't eilant van S.te Margarite is men gecomen tot aen de contrescarpe van het groote fort. De galeien van Naples ende Toscane schijnen noch iet tot ontset te willen tenteren. De Fransche ruiterie, die in de Valteline is geweest, is al gecomen bij Genève. Evenwel laet men hier luiden te Parijs, dat men hoop heeft de saecke te redresseren, 't welck madame de RohanGa naar voetnoot7 niet en gelooft. De brieven uit Wenen leeren ons, dat TraumansdorffGa naar voetnoot8 in het grootste credyt is bij de keiser; dat den bisschop van WenenGa naar voetnoot9, WardenbergGa naar voetnoot10, ChevinvillerGa naar voetnoot11, SlavateGa naar voetnoot12, BrunerGa naar voetnoot13 bij wijlen werden gehoort; dat men hoopt 30m man te senden nae Bourgogne; dat den BeyerGa naar voetnoot14 ende Coolschen vorstGa naar voetnoot15 groote lichtingen doen; dat in plaets van AlcalaGa naar voetnoot16, die gestorven is, vanwegen Spaignie gedestineert werden MirabelGa naar voetnoot17 off den jongen OgnateGa naar voetnoot18, maer willen niet te Colen gaen vóór de Franschen; dat bij testament bij den keiserGa naar voetnoot19 alle de erfgoederen sijn geërigeert in rechte van primogeniteit ofte maioraetschap, waermede die LeopoldtGa naar voetnoot20 niet wel en is te vrede; dat den nieuwe keiser groot ondersoeck doet op deghenen, die sijn vader gedient hebben, ende aen de kinderen van | |
WalmerodeGa naar voetnoot1 verre het meeste deel van 't goed heeft ontrocken; dat het hoff van de keiser voor de protestantse princen als sijnde ondersaeten geen paspoort en wil geven ende belooft aen de vorst van WittenbergGa naar voetnoot2 sijn land te restitueren, soo hij te wege can brengen, dat Vrancrijck sulcx doet van Lorraine; dat de Saxensche gesantenGa naar voetnoot3 seer solliciteren om verlichtinge van de Saxensche creitsen van wegen de ondraechlijcke lasten; dat den churfürst van TrierGa naar voetnoot4 soeckt sijn bisdom te stellen in handen van den pausGa naar voetnoot5; dat de Poolschen adel niet wel gesint en is tot het huwelijck met OostenrijckGa naar voetnoot6. Wij verstaen oock van andere plaetsen dat don Francesco de Melo ende den cancellier van MilanGa naar voetnoot7 sijn tot Andernach, maer niet en sullen naerder gaen nae Colen om redenen als voren. Men meent niet, dat voor den herfst daer iet te doen sal vallen. Hertogh Bernhard is op wegh, hoopt rede te sijn tegen den 1e Iuny met 18m man. Vaer wel, den 15 Mey 1637.
UE. brieven van den 15 MartiiGa naar voetnoot8 comen mij nu eerst ter handen. Tot de opinie, die men van den prince van Oranje ende van VrancrijckGa naar voetnoot9 daer heeft, soude SigthunusGa naar voetnoot10 veel connen bij brengen ende heeft GetilasGa naar voetnoot11 UrbanusGa naar voetnoot12 doen hij daer bij was, daervan wat geïnstrueert. De discoursen over AmelantGa naar voetnoot13 heb ick gesien. Sal garen het vervolg verstaen.....Ga naar voetnoot14 heeft een persoon van qualiteit verseeckert, dat men vredeGa naar voetnoot15 sal hebben binnen vijff maendenGa naar voetnoot16. Hoopt HollantGa naar voetnoot17 evenwel bij oorlogeGa naar voetnoot18 te houden. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Haoge. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 15 Mey 1637 wt Paris. |
|