Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2894. 1636 december 18. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijn Heer, Wij hebben hier weder uit Engellant d'heer PonnicaGa naar voetnoot3, die daer wel is onthaelt ende beschoncken, doch niet en heeft uitgerecht dan dat men het versoeck van eenigh volck te geven aen mijnheer den hertogh van WeimarGa naar voetnoot4 heeft uitgestelt tot de voorsomer, gelijck hij oock meent uitgestelt te sijn gelijcke begeerte van Sweden. Middelertijdt sal men daer wat de botrai maecken van lichtinge om te sien, off men den keiserGa naar voetnoot5 daermede wat verder can brengen dan hij hem tot noch toe aen den grave van ArondelGa naar voetnoot6 heeft verclaert. Mijne opinie is, dat de Engelschen in de toecomende vredehandel sullen soecken tot costen van anderen dienst te doen aen den keiser ende Spaignie om haere conditiën te beter te maecken, sijnde gantsch niet genegen om in oorlogh te comen, alsoo sij seggen de saecken van staet nae de affectie van de maetschap niet en moeten gemeten werden ende dat men beter coop aen den palsgraefGa naar voetnoot7 landen can geven in Yrlant. De discoursen van de Fransoisen loopen daerop, dat men haest sal moeten comen tot vrede; dat sij Pignerol moeten behouden, Lorraine wedergeven behoudende eenige plaetsen; dat men de princen van Duitschlant moet helpen in haer goedt; dat Sweden haer met eenige zeeplaetsen moet laeten contenteren; dat men Hollant moet helpen aen een trefves. Off sij dit laeste meenen, twijffel ick seer. De eer, die AysemaGa naar voetnoot8 tot Regensburg geschiet, geeft hier onlust. 's Conincx broederGa naar voetnoot9 vind niet goed te hoof te comen ende schijnt steden van verseeckerheit te begeren: een nieuwe swaericheit voor Vrancrijck. Dit is dat Mons.r de ChavignyGa naar voetnoot10, secrétaire d'Estat, van Blois heeft gebracht. | |
De brieven, die den grave van SoissonsGa naar voetnoot1 aen de steden ende gouverneurs van Champagne had geschreven, sijn gesloten gesonden aen den coningGa naar voetnoot2. Hij seit, dat men hem ende Monsieur heeft willen vangen daerbij vougende, 't welck seer quaedt werdt gevonden, dat hij geen oorsaeck en is van de beswaernis van de gemeente nochte van dit oorlogh. Den cardinael den Richelieu heeft aen verscheide personen geseit, dat wij binnen ses maenden generale vrede sullen hebben. Men twijffelt, off den cardinael de LionGa naar voetnoot3 off den cardinael de la ValetteGa naar voetnoot4 gaet nae Colen. FeuquièresGa naar voetnoot5 ende d'AvauxGa naar voetnoot6 blijven vast. Colen werdt bij eenigen wat onbequaem geoordeelt, omdat de brieven over den Spaenschen bodem sullen moeten passeren. Te Jonville heeft hertogh Bernhard grooten beurt gehadt. Maer men seit, dat de capitulatie bij de zijnen niet en is gehouden, dat mij leed is. Soo de Fransoisen haer niet wat en vougen nae 't humeur van de Grisons ende gelt furneren aen de regimenten, souden de saecken wel quaelijck mogen afloopen, alsoo de Spaenschen van de lac de Como ende de keiserschen uit Tirol de Valteline soecken aen te tasten ende onder de Grisons ondertusschen wercken met belofte ende met gelt. Den hertogh ParmeGa naar voetnoot7 is sieck van swaeri[c]heit. Den G. hertogh van ToscaneGa naar voetnoot8 ende oock den pausGa naar voetnoot9 soecken sijne saeck te accommoderen met Spaignie, maer het en can niet geschieden dan met sijne schade ende oock met naedeel van Italië. MeloGa naar voetnoot10 is van Milan nae Colen. De Duitschen die nu van nieuws de Mont de S.t Gothard passeren, werden gehouden te sijn tusschen 2000 ende 3000. De Spaignaerden fortifiëren haer in Guienne niet alleen te Socova, maer oock te Ciboure ende Andaye. De card. de la Valette is te Mets Eenige meenen, hij wel mochte gaen nae Colen in plaetse van die van Lion, die men hout te devoot ende niet seer bequaem tot saecken van staet, oock niet van 't humeur van sijn broeder nochte van sijne maximes. Die de saecke van Rome verstaen, geloven niet, dat PasmanGa naar voetnoot11 van de keiser - die voor dese te Romen den paus gedreicht heeft met de convocatie van een generael concilie, 't welck is de hoochste ketterie - nochte dat BorgiaGa naar voetnoot12 - die soo opentlijck quaelijck is met den paus - vanwegen Spaignie werdt gezonden. Lorraine werd bedorven bij de ruiterie. Hertogh CarelGa naar voetnoot13 heeft achthondert paerden te Miremont, de prins FransoisGa naar voetnoot14 te Longwy drieduisent te voet, vijf- | |
hondert te paerd. Vanwegen Vrancrijck heeft aldaer den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot1 drieduisent te voet, vijfhondert te paerd. De trouppes van Vrancrijck ende haer vrunden hebben wat schade geleden in het Montferrat. Wij verwachten hertogh Bernhard hier haest, meest tot conservatie van den cardinaelGa naar voetnoot2 van wie mons.r de GuicheGa naar voetnoot3 wederom gaet nae Monsieur. Mijne gebiedenisse aen de vrunden. Den 18 Dec. 1636.
Ick bid uE. noch eens mijne papieren ende boecken, die bij d'heer BasiusGa naar voetnoot4 sijn, niet te vergeten. Daer is mij om veel redenen aen gelegen. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 18 Decemb. 1636 van Paris. |
|