Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2890. 1636 december 16. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot10.Mijn Heer, Van daer krijgen wij geen brieven. Over Mastricht hebben tijdynge, dat de | |
grave van SoissonsGa naar voetnoot1 te Sedan was gecommen met meenynge om voorts derrewaerts te commen, lopende mede geruchten, dat MonsieurGa naar voetnoot2 hem naer Blanville, Blaye off Savoye - want divers wert er gesproocken - hadde geretireert, dat becommerynge maeckt van eenyge alteratie, consequentelijck van verachterynge van de affaires van dat rijck. Hier is men noch niet finalijck geresolveert op het redres van de militie, hoewel Hollant t'eenemael daertoe is genegen, oordelende het oorloge sulckx moet worden beleyt, dat sonder verder verloop in de finantie kan werden gecontinueert, ende die consideratie pregnanter als alle andere, soo voor aenstaende handelynge als respect van geallieerde. Evenwel twijffele ick seer, off men tot licentiëren van regimenten off compangiën sal commen; veel apparenter is het de compangiën, soo oude als nieuwe, sullen werden tot minder (?) getal gereduceert. De nederlage van GallasGa naar voetnoot3 wert over Ceulen ons geadviseert, vanwaer oock wert geschreven, dat den generael BannierGa naar voetnoot4 ontrent Cassel met sijn leger was gecommen, GotseGa naar voetnoot5 ende HatsveltGa naar voetnoot6, wiens conjunctie hij niet hadde connen beletten, op de Weser waren. De cronynge van den Roomsen ConynckGa naar voetnoot7 was voor eenyge dagen wtgestellt, omdat de vergaderynge tot Regensburch op de forme van de amnestie, die sij willen dat voren gaet, niet eens hadden connen werden. Den Spaensen ambassadeurGa naar voetnoot8 heeft aen de vergaderynge tot Regensburg propositie gedaen, deducerende dese landen in geen neutraliteyt met het rijck behoren te werden ontfangen, maer dat de vorsten haer wapenen met die van den conynck van SpaengeGa naar voetnoot9 daertegens behooren te coniungeren. Ick kan niet horen, dat yemant bij de croone Sweden is genomineert om op den conventionsdach tot Ceulen te compareren, ende dat, soo men seyt, overmits de croone onder Vranckrijck niet verstaet te compareren ende tot noch toe selffs niet en is versocht. Men gevoelt die bijeencomste noch soo haest niet wesen sal, hoewel Vranckrijck pasport voor de Spaense ambassadeursGa naar voetnoot10 heeft versocht. In Hollant is daer noch niet op gedelibereert, maer ick mercke niet buyten apparentie is, dat den heer van SomersdijckGa naar voetnoot11 die commissie soude crijgen. Den graeff van ArondelGa naar voetnoot12 is op de vergaderynge tot Ceulen wtgestelt; maer hout het oock daervoor, dat hij tot Ceulen sal vertouven. Graeff MauritsGa naar voetnoot13 comste ende sijn bijhebbende volck sal in Brasil gansch nodych sijn; de confusie ende debauchen sijn daer groot. | |
In Engelant difficulteert men de officieren, in dienst van d(it) lant, de lichtynge nodych tot hare recruten, onder pretext van de sterfte ende wij veel volckx buyten naer oosten ende westen consumeren. Desen 16 Decemb. 1636.
In 't sluyten crijgen tijdyngen Monsieur te Orléans is. CalaberGa naar voetnoot1 doet alles, wat hij kan om Aristoteles'Ga naar voetnoot2 voornemen te beletten. ZozimusGa naar voetnoot3 protesteert. SimonidesGa naar voetnoot4 presseert aen d'ander sijde. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer De Groot, Raet ende Ambassadeur van de Coningine ende croon van Sweden bij den Alderchristelijcksten Conynck. In dorso schreef Grotius: 16 Dec. 1636. N. Reigersberg. En boven aan de brief: Rec. 15 Ian. |
|