Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2761. 1636 september 18. Van J. de GrootGa naar voetnoot1.Seer Lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot, Uwer L. moederGa naar voetnoot2 ende ick, met veel andere goede vrunden alhyer, wenschen uwer E. met alle derzelver Lieve geselschap aldaer, alle geluck, gesontheyt ende zalicheyt. Ick hebbe uwer E. met mijne voorgaendeGa naar voetnoot3 bedanckt gelijck ick alsnoch doe mits dezen van de 150 £, dewelcker uwer E. door uwer E. broederGa naar voetnoot4 ons hebt laeten aentellen; Godt almachtich wil het uwer E. vergelden alhyer tijdelick ende hyernamaels ewelick. Uwer E. broeder heeft op mij begeert, dat ick alhyer tot Delff soude vernemen nae dit dictionarium KiliansGa naar voetnoot5 ende dat ick hetzelve van hier door neeff van der DussenGa naar voetnoot6 aldaer soude overseynden, gelijck ick zeer gaerne hebbe gedaen. De pest neemt alhyer al meer ende meer toe, evenwel op veel andere plaetsen noch vrij meerder dan alhyer. Tot Haerlem gaet het al schrickelick voort; de laetste weeck isser al over de vijff hondert gesturven. Hyer sijn dorpen, alwaer qualick een huys daervan vrij is; doch het en is niet alleen alhyer in Hollandt maer oock in meerder andere omleggende provinciën. Het schijnt dat Godt almachtich zelver het oorloch wil aennemen etc. Hyermede, Seer Lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot, Godt almachtich wil uwer E. ende ons allen verleenen 't gunt Hij weet, dat ons zalich is. Metter haest tot Delff, den 18e September 1636 st. novo. Al uwer E. goetgunstige goede vader
| |
Adres: A Monsieur Monsieur Grotius, Ambassadeur etc. à Paris. Par amis que Dieu garde Avecq un pacquet marcquéGa naar voetnoot7. In dorso schreef Grotius: 18 Sept. 1636 I. de Groot. |