Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2731. 1636 augustus 27. Aan de Hertogin van Pommeren en CroyGa naar voetnoot10.Hoochgeboren, Doorluchtige Vrouwe ende Fürstin, Ick heb bij mijn Heer den cancelier van VrancrijckGa naar voetnoot11 soolang aengehouden | |
ende den advocaat LabbéGa naar voetnoot1, mijnen goeden vryent, heeft sooveel naersticheyt ghebruyckt in de saecke van U.E. Fürst: Genade, dat een arrest is becomen inhoudende verscheyde provisionele clausulen, seer zijnde tot voordeel van uwe Fürst: Genade, waervan ick de copie overseyndeGa naar voetnoot2. Ende soude blijde sijn nyet alleen in dese, maer oock in andere occurrentie te konnen tonen, hoe aengenaem mij is alle t'gunt tot contentement streckt van Uwe Fürst: Genade, Godt biddende, Hooch ende Welgheboren doorluchtige Vrouwe, deselve te willen behouden in goede voorspoet. Uwer Fürstelijcke Gen: onderdanigste dienaer
| |
Tot Paris, den 17/27 Augusti MDCXXXVI. |
|