Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2578. 1636 mei 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.Mijn Heer, Soo uit de propoosten, die Stellaes broederGa naar voetnoot6 heeft gehouden met den man van de LeliGa naar voetnoot7 als uit eenige van de LatouluidenGa naar voetnoot8 met Tatianus' geselGa naar voetnoot9, verstae ick, dat men tracht, als het nae StesichorusGa naar voetnoot10 gaet, VindexGa naar voetnoot11 voor CimonGa naar voetnoot12 te doen handelenGa naar voetnoot13: een beginsel van een protectieGa naar voetnoot14. Oft dat CalaberGa naar voetnoot15 sal smaecken, twijffel ick seer. JustinusGa naar voetnoot16 valt in, dat GracchusGa naar voetnoot17 de plaets van SerranusGa naar voetnoot18 wil weder openGa naar voetnoot19 houden. | |
Hertogh BernhardGa naar voetnoot1 is nu bij den coningGa naar voetnoot2 te Chantilly om adieu te seggen. Ontfangt 600m gulden ende noch wat in paquet. Sijne gagiën, die hem belooft werden tot 120m gulden, geassigneert op eenige geredimeerde domainen in Guyenne. Den hertogh van RohanGa naar voetnoot3, weinigh volcx ende geene artillerie hebbende, soude hem garen excuseren van den dienst. Den marescal de ChastillonGa naar voetnoot4 hoore ick niet, dat geëmployeert werdt, ende der trouppes, die geweest sijn onder den marescal de la ForceGa naar voetnoot5 ende den marquys sijne soonGa naar voetnoot6, werden ten deele gestelt onder den grave van SoissonsGa naar voetnoot7, ten deele onder den cardinael de la ValetteGa naar voetnoot8. De vloot werdt ten deele bij Rochelle gereedt gemaect, ten deele bij Marseille. Den eertsbisschop van BourdeauxGa naar voetnoot9 ende eenige andere geestelijcke sullen nevens den heer d'ArcourtGa naar voetnoot10 daerover de directie hebben. 's Conings broederGa naar voetnoot11, die niet veel te doen en heeft, gaet deselve besien. Wij crijgen hier een extra ordinaris ambassadeur uit Engelant, den graef van Licester, uit den huise van SidneiGa naar voetnoot12. Ende nae Regenspurg, daer hij meent den keiserGa naar voetnoot13 te vinden, gaet den grave van ArondelGa naar voetnoot14. Alle teickenen van dat men oordeelt de saecken te loopen tot eene vrede. | |
Adres (met andere hand): Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raet in den Hogen Raet in Hollant in Den Hage. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, III Maii 1636 tot Paris. |
|