Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 6

2288. 1635 september 24. Van N. van Reigersberch¹¹.

Mijn Heer,

Den 22 deser, wanneer Valerius¹² van uEd. brieven van den sevenden ende veerthienden Sept.¹³ heeft ontfangen, ende joffrou Huygen¹⁴ van de 17 van deselffde maent van uEd. huisvrouw, soo heb ick geen ander tijdynge gecregen als van den 17 Iulij ende sevenden deser, de verste acht dagen ouwer als andere,

11 Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., M 5 h. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Beantw. d. no. 2307. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 206.

12 Schuilnaam voor Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.

13 No. 2272.

14 Mogelijk een der dochters van Christiaan Huygens, Geertruid (1599-1680) of Constantia (1602-1667); vgl. Rogge, Br. van en aan Maria v. Reigersb., p. 314 n. 4.

[p. 242]

't welck mij deurgaens gebeurt, soodat ick geen tijdynge en crijge quam postquam gratiam novitatis amiserunt. Hetwelck ick uEd. wel hebbe willen toucheren, opdat uEd. considerere, waer de faulte aen is, ende die dan werde geremedieert. Ick en versuyme geen occasie, ende als ick geen rencontrere, soo schrijve ick op den ordinaris doch bij avance, al waer daer geen gelegentheyt.

Wij hebben hier den heer van St. Chaumont¹, die gisteren arriveerde.

T'Enchusen is alles stil, nu de buyssen in zee sijn. De vrouwen van de gevangen² doe[n] grote instantie tot een wisselynge; daerop wert oock gedacht.

De defaite van drie, vier compangiën Crabaten ende ses, seven hondert voetknechten bij den ritmeester Iselsteyn³ met acht off negen hondert paerden gedaen sal uEd. hebben gehoort. Hanno⁴ wert naer de Lely⁵ gedestineert, die⁶ sal werck vinden. Alexander⁷ doet door sijn scepen wt ende in Duinkercke⁸ convoyeren. Wt Engelant is een vlote van 18 schepen naer westen gelopen; wat haer voornemen is, weet men⁹. Eenyge particulieren presenteren voor 1200000 gulden 's jaers twintych scepen, acht groote, twee iachten, gestadych in de zee tot veylynge van deselffde te houden. Alle voorslagen worden geëxamineert, om de beste tot redres van de zee daerwt te kiezen.

Mij is hier getoont een brieff in Aug. deses lopenden iaers wt Venetiën bij Scipio Feramusca¹⁰ aen uEd. geschreven. Wenste wel van hetgene communicerens waerdych communicabel is, dat ick bij gelegentheyt daervan copie mochte hebben.

Desen 24 Sept. 1635.

Mijn gewonelijcke gebiedenissen sal ick hier houden voor gerepeteert.

1 Melchior Mitte de Miolans, markies van St. Chaumont, extra-ordinarius gezant van Lodewijk XIII in Duitsland.

2 Vgl. no. 2277, p. 223.

3 Vincent van Ysselsteyn, sedert 26 januari 1635 kolonel, voordien ritmeester.

4 Schuilnaam voor Cornelis van der Myle; Grotius heeft erboven geschreven: Van der Myle.

5 Codenaam voor Engeland, met de betekenis door Grotius erboven geschreven.

6 In de tekst in cijfercode: 229. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.

7 Codenaam voor Engeland; Grotius heeft erboven geschreven: Co. van Eng.

8 In de tekst in cijfercode: 53.63(=69.?).79.62.58.52.4.12.58.72. met de ontcijfering door Grotius erboven geschreven.

9 Rogge, op. cit., p. 207 n. 1 veronderstelt, dat hier het woord ‘niet’ is weggebleven.

10 Scipio Feramusca, een in de 17de eeuw befaamd jurist.

Adres: Mevrouw Mevrouw De Groot tot Paris.

In dorso schreef Grotius: 24 Sept. 1635 N. Reig.

En onder aan de brief: Ontf. den 10 Oct. 1635.