Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1813. 1633 januari 14. Van W. van OldenbarneveltGa naar voetnoot3.Mijn Heer, Die van den 4en deser is mij wel behandicht. Ick sij ten hoochsten verwondert, dat uEd. maer die van den 8en ende 15en Decembr. ontfangen heeft, daer ick nochtans wel drie ten minsten gescreven hebbe tusschen den 8 Decembr. ende 14en Novembr.Ga naar voetnoot4. Ick hoope, dat uEd. die onder het couvert van Sr OverbeeckGa naar voetnoot5 sal ontfangen hebben. Ick sende dese vanhier om te sien, ofte de brieven nu beter doorkompste sullen bekommen. Het geene ick van den prince van Orangnien gevoele soude bij de mijnen voor crimen gehouden werden, iae men kan in die man niet sien als goet. Hij heeft nu toegelaeten dat Polianders soonGa naar voetnoot6 het houtvesterschap gekoft heeft van den heer van DuvenvoordeGa naar voetnoot7, daer het plach te wesen als een prove voor den adel, sommige seggen voor 36. duysent guldens, andere voor 22. duysent. Den cardinael Richelieu heeft monsr. d'EspernonGa naar voetnoot8 het gouvernement van Mets afgekoft voor twee hondert dusent croonen ende verseeckeringe van de successie van het gouvernement van Guyenne aen sijn soon den cardinaelGa naar voetnoot9. Den president van den Hogen Raet in Den HageGa naar voetnoot10 is doot. De gedeputeerdeGa naar voetnoot11 van hier wt Den Hage gekommen konnen niet wel resolutie bekommen om te vertrecken; de conditiën werden seer secreet gehouden; moeten vrij exorbitant sijn; men soude het anders hier lichtelijck laeten doorslippen. Men hout het daer voor, dat wel eenige van de Staeten in Den Hage tot meerder moderatie souden gesint sijn, maer dat AersensGa naar voetnoot12 seer sijn personnage speelt. Wij moeten sien, watter wtbroeijen sal. | |
Over twee daegen is hier een extraordinaris wt SpangnienGa naar voetnoot1 gekommen, brengt voor seecker de kompste van den cardinaelGa naar voetnoot2 in dese landen, twelck hier wat veranderinge sal mede brengen, soo soude mede in Duytslant doen, soo het waer is, dat ArnhemGa naar voetnoot3 geslaegen ende gevangen is van de keysersche gelijck hier den roept gaet. Dat de Staeten van hier souden handelen met exclusie van haeren koninckGa naar voetnoot4 is gansch buyten apparentie. Men sent wt Vranckrijck twee extraordinaris ambassadeurs, den eenen naer DuytslantGa naar voetnoot5, den anderen naer Hollant, die men seyt HaulteriveGa naar voetnoot6 sal sijn ende een milioen medebrengen. Noch meenen sommige, dat de Hollantsche Staeten daerom noch te meer noch te minder sullen doen. Den cardinael is met het gouvernement van Mets niet tevreden, wil het bisdom daerbij hebben. UEd. mach verseeckert sijn dat, soo haest uEd. mij sal commanderen in sijne particuliere affairen, dat ick mijn debvoir sal doen getrouwelijck ende dunck mij is de beste voet; ick geloove mejoffrou uEd. huysvrou daer niet vreemt in sal sijn. Tot noch toe hebbe mijn kamer niet konnen verlaeten. Ick blijve voor altijts, Mijn Heere, UEd. ootmoedichste ende getroutste dienaer
| |
Brussel, den 14en Jannuarij 1633. | |
In margine schreef Grotius: 14 Ian. 1633 Stoutenburg. Onderaan: Rec. den 3 Febr. |
|