Bijlage no. 1
Bij no. 1361
Postscriptum van N. van Reigersberch aan Maria van ReigersberchGa naar voetnoot1. dd. 6 januari 1629.
Mejoffrou,
En passant moet ick seggen, soo mijn cleet noch niet te maecken is ende uE. oordeelt den mantel op geen ander cleren dienen soude gelijck apparent niet soude, dat ick uE. te bedencken geve, off niet beter waer een satijnen cleet te doen maecken; meene, dat uE. dat met mij oordeelen sal. Recommandere mij aen alle de uwen ende hoope uE. nu contentement sal nemen.
Bidde uE. van het beste satijn wil coopen.