Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1678. 1631 september 25. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot3.Mijn Heere, Wat FelixGa naar voetnoot4 saeck aengaet, hij sal ConstansGa naar voetnoot5 rapport ende 't advys der vrunden verwachten ende soo daerop als op alle occurrentiën nae behooren letten ende doen, dat sulcx de vrunden selff, soo hij verhoopt, in redenen gefundeert sullen vinden. De voorspoet, die Godt het landt ende Sijne Excellentie gegeven heeft, is groot ende wensche, dat Sijn Extie daerdoor te meer magh werden gecourageert om alles te doen, dat dienstigh is voor 't landt. Hier en hebben wij niet sonderling, dan dat men seit, dat eenige trouppes van 's conings broederGa naar voetnoot6 sich beginnen te openbaeren; eenige vougen daerbij, dat sij eenige compangnie ruyterie van den coning soude hebben geslagen. 't Hoff is te Troyes, alwaer den hertogh van LorraineGa naar voetnoot7 verwacht om de paix te procureren, soo men seit, maer alsoo daertoe weinigh apparentie is, gelove eer, dat het is om hemselve buiten vrese van oorlogh te stellen. Men spreect hier van den cardinael de SavoyeGa naar voetnoot8, die hier te hove is, te huwelijcken aen Madame de CombaletGa naar voetnoot9, niepce van den cardinaelGa naar voetnoot10, met twee millioenen gouds ten huwelijck, op 's conings costen. Soo 't voortgaet, daer ick noch aen twijffele, sal het dienen om de restitutie te hebben van de plaetsen in Piedmont siende die van Savoye weinigh apparentie om den keiserGa naar voetnoot11 Mantua, sulx besproocken was, te doen wedergeven, soodat sij andere coorden moeten roeren. Den procureur-generaelGa naar voetnoot12 is bij den coning verboden sijn ampt te bedienen, omdat hij conclusie heeft genomen in conformiteit van het versoeck van de marescalle de MarillacGa naar voetnoot13 om haer man bij 't parlement te doen oordeelen met versoeck | |
van prinse de corps tegens de commissarissen. Sulcken couragie hebben die van de justitie alhier in een monarchique regiering. Ick bidde om uE. gesondtheit ende de gebiedenisse aen de vrunden. Den 25 Sept. 1631.
De tijdinge van de voorspoet van de onsen tegen den vijant te water was hier seer gedeguiseert door het Fransche schrijven vol vanterie. Ick sal nae mijne gewoonte 't best doen om de waerheit bekent te maecken. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in 's Gravenhage. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den XXV sept. 1631 tot Paris. seyt, dat hij sijn huysvrou rapport ende de vrienden advis verwacht ende sal doen sulckx de vrienden in reden gefundeert vinden. |
|