Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1400. 1629 mei 19. Aan J. WtenbogaertGa naar voetnoot3.Mijnheer. 'T boeck van P.v.H., waervan uE. mij eenige extracten sendt bij dye van den 28 AprilGa naar voetnoot4, heb ick al voor desen becomen ende gelesen. 'T is goedt, dat den autheur - dye ick wellicht geloven soude dye te zijn, dye uE. designeert - soo opentlijck thoont het desseing van niemant in de regering te lijden, dye nyet en is van haer humeur. Dye daer andere bedenckens hebben ende in de regering zijn mogen daerop letten. Wat geclanck van wapenen behoort te beletten nae de wetten te luysteren? De wapenen tegen Spagniën? Soo is dan de questie geweest, wye de wetten soude breecken; niet off men die behouden soude. Andere wapenen en zijn daer niet geweest om yet te attenteren, maer alleen bequaem om tumulte te weeren. 'T artyckel van (saecke) van heresie doet mij gedencken, dat eertijds een vroedschap van Rotterdam, een groot puriteinGa naar voetnoot5 seyde, dat de proceduyren van den coning van Spagnie recht waeren geweest, zoo maer zijn religie waere goed geweest. Alii homines iidem moresGa naar voetnoot6, ende gelijck Sallustius seyt ad Caesarem: id certatum utrius imperio iniuriae fierentGa naar voetnoot7. Alle wetten gemaeckt voor d'oorlogh op 't stuck van de heresie, zijn bij het 1e artyckel van de paix van (huyde) en alle volgende uniën te nyet gedaen. Ter contrarie op de onderhouding van de privilegiën als fundament van de vrijheyt is altijdt geinsisteert in alle tractaten met den coning, | |
met de naebuyrige provinciën ende met alle anderen ende de uniën, soo van Hollant ende Zeelant, als dye van Utrecht daerop gegrondt. UE. can hyerop zyen het geschrift, dat ingestelt was tot antwoordt van de propositie van CarletonGa naar voetnoot1. Wat het stuck van Leeuwaerden belanght, daervan heb ick geen kennisse dan door geruchte, maer weet wel, dat Vrieslant altijdt meer gehelt heeft nae de democratie dan Hollant. Ubbo EmmiusGa naar voetnoot2, dye in zijne beschrijvinge der steden van Vrieslant dit stuck verhaelt ten voordeel van graeff Willem, laet niet obiter te thoonen 't gunt daertegen te seggen is, doch gaet ons niet aen. Alcmaer is uE. bekent, maer wat gaet de remonstranten aen 't recht (?) van de gemeente tot Utrecht, 't welck meer door des advocaetsGa naar voetnoot3 beleydt is te niet gedaen? Ick en can niet verstaen, dat in eenige tractaten ofte resolutiën, genomen voor den jaere 1618, yet is gestelt, waermede de eversie van de privilegiën per subsequentie van dye religie soude werden gestringeert. Ter contrarie, hoewel men de facto wel gemijdt (?) heeft de roomsgesinden in de regering te brengen, soo en zijn sij noyt inhabyl verclaert, jae in verscheyde provinciën zijn exempelen ter contrarie. 'T is oock onwaerachtich, dat de authorisatie van de magistraten in Hollant van andere provinciën soude dependeren, maer staet dye van Hollant vrij de andere provinciën tot h ... te versterken, tot conservatie van haer recht ende haer authoriteyt. Buyten dat hebben de andere provinciën daerin niet te disponeren. Eenige andere poincten, dit ende andere geschriften raeckende, heb ick aengeroert in een brieff aen mijn broeder de GrootGa naar voetnoot4. Men houdt hyer voor seecker, dat dye personen, dye van 't Lage huys gevangen zijn, onder den anderen gesproocken hebben van den coninc in tutele te stellen ende den raedt te veranderen. De paix tusschen de twee kroonen is nu ten volle besloten ende onder de secrete articulen goedgevonden, dat Vrancrijck hem met de catholycken ende Engelant met de hugenotten niet en sal moeyen, soodat RohansGa naar voetnoot5 hoop nu in Spaegnie bestaet, vanwaer hij wederom geldt heeft ontfangen. De coningGa naar voetnoot6 heeft alle synoden nationael ende provinciael doen ophouden, 't welck de ministers yet zeer perplex maeckt ende alsoo men haer dickmael voorwerpt de Dordrechtsche proceduyren met de gevolge van dyen, soo souden sij nu gans raden tot tolerantie in ons landt ende confereren daervan met LangeracGa naar voetnoot7; slaet oock voor eenige uyt den haere in ons landt te deputeren. D'AillyGa naar voetnoot8 is t'mijnen huyse geweest, maer heeft mij niet gevonden, sal apparentelijck weder te comen. Hij heeft het VIIe capittel tot de Romeinen begonnen | |
uyt te leggen, t'eenemael gelijck Arminius. Doch CameronGa naar voetnoot1 is oock dyesaengaende van ander gevoelen geweest dan de meeste hoop, dewelcke hij meest volght. Hyer gaet het mij soo wellekens, wat de kennisse belanght; maer ick voel best, waer mij de schoe wringht, al claegh ick niet veel. Vaert wel met de broeders; mijne gebyedenisse insonderheyt aen de gevangenenGa naar voetnoot2. De Professor dyent de drye tomos CameronisGa naar voetnoot3 met de eerste te zyen (?). Alle de eersten zijn .... aen dye opinie ende alsoo dye niet en accordeert met de synode van Dordrecht, soo vinde sij haer genoodsaeckt tolerantie te practizeren, dewelcke haer dan met goede onderrechtinge verder can leyden. De jalousie, dye eenige hebben tegens du MoulinGa naar voetnoot4, helpt oock wat. Cameron is door de doot buyten de nijdt. Tot Parijs den XIX Mey XVIcXXIX. UE. dyenstwillige,
| |
Adres: A monsieur Monsieur van Mede. In dorso schreef Wtenbogaert: Grotii schrijven van ...y ..... penden P.V.H. met andere hand toegevoegd: ao 1629. 19. Mey. |
|