1401. 1629 mei 20. Aan J. CamerariusGa naar voetnoot5.
Et regis tuiGa naar voetnoot6 virtutibus ex animo faveo, Camerari clarissime et tuis literis eruditissimis unice dilector, quo dulciores mihi fuerunt, quas misisti nuper, quae cum benevolentiae tuae testatione res regis prosperas nuntiabant. Participes earum feci GodofredumGa naar voetnoot7, RigaltiumGa naar voetnoot8, PuteanosGa naar voetnoot9, qui te omnes salutant; ac simul viso quem misisti panegyricoGa naar voetnoot10 tecum judicant tantas esse regis vestri et res et virtutes, ut obtrectatores ipsi ejus meminisse nisi cum summa ipsius gloria nequeant. Felices vos, qui in regis tanti tutelam venistis, per quem sit, ut etiam quae de veteribus praedicata credere antehac formidavimus, nunc plane credantur. Ita ille antiquis pro teste est, secuturis pro magistro. Neque posthac rei militaris documenta tutius quam ex ipsius historia petentur. Quia tamen scire expetis, quid talium librorum sit in locupletissima bibliotheca regia, mitto indiculum, quem hoc ipso die mihi attulit Rigaltius.
Hic pacem tandem cum Anglo habemus, bellum in Languedocia obsesso nunc Privatio, in Italia res adhuc inter bellum pacemque ambiguas.
Vale, vir clarissime, ac in majorum tuorum laudes succresce.
20 Maji 1629.
| |
Tuo nomini addictissimus
H. Grotius.
|
-
voetnoot5
- Gedrukt Epist., p. 819. Betreffende geadresseerde zie II, p. 505 n. 10.
-
voetnoot7
- De historicus Théodore Godefroy (1580-1649).
-
voetnoot9
- De gebroeders Pierre en Jacques Dupuy; zie over hen II, p. 66 n. 7.
-
voetnoot10
- De titel van dit lofdicht heb ik nergens kunnen vinden.
-
voetnoot1
-
Ταϰτιϰά of Ταϰτιϰή ϑεωϱία is een leerboek van de elementaire taktiek van de hoplietenphalanx uit de Hellenistische tijd; zie Pauly-Wissowa, Real-Encyclopädie der Classischen Altertumswissenschaft I, s.v. Aelianus 10, koll. 482 vv. Zie ook III, p. 352 n. 7.
-
voetnoot2
- Onasander (Ὀνάσανδϱος), Grieks schrijver van krijgskundige werken uit de eerste eeuw van onze jaartelling; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. XVIII, 1, koll. 403. vv.
-
voetnoot3
- Mauricius gaat door voor de schrijver van een krijgskundig werk, Στϱατηγιϰόν. Men heeft wel - ten onrechte - keizer Mauricius (582-602) voor de schrijver gehouden, die geput zou hebben uit een ouder werk, nl. van Urbicius; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. XIV, s.v. Mauricius 8, kol. 2393.
-
voetnoot4
- Zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. II, s.v. Athenaios 23, koll. 2033 v.
-
voetnoot5
- Zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class, Altert. III, s.v. Biton 5, koll. 545 v.
-
voetnoot6
- Heron van Alexandrië, mathematicus en ingenieur, schrijver van talrijke technische verhandelingen; hij leefde tussen 150 v. Chr. en 250 n. Chr.; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. VIII, s.v. Heron 5, koll. 992 vv., in het bijzonder koll. 1037-1041.
-
voetnoot7
- Ctesibius uit Alexandrië, de belangrijkste ingenieur van de oudheid. Hij schreef ὑπομνήματα μηχανιϰά. Later heeft men tussen Ctesibius en Heron een leraar-leerling verhouding aangenomen; vandaar het opschrift boven Herons Βελοποιιϰά: Ἥϱωνος Κτησιβίου; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. XI, s.v. Ktesibios 2, koll. 2074 vv. Zie ook op. cit. VIII, kol. 1037, 46-60.
-
voetnoot8
- Philon van Byzantium, leerling van Ctesibius, schreef eind 3e eeuw v. Chr. een Μηχανιϰὴ σύνταξις in 9 boeken: 1. inleiding; 2. μοχλιϰά; 3. λιμενοποιιϰά; 4. βελοποιιϰά; 5. πνευματιϰά; 6. αὐτοματοποιητιϰά; 7. παϱασϰευαστιϰά; 8. πολιοϱϰητιϰά; 9. over krijgslisten; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. XX, s.v. Philon 48, koll. 53 v.
-
voetnoot9
- Zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. XIV, kol. 2393, 52 - kol. 2394, 8.
-
voetnoot10
- Christelijk schrijver uit Jeruzalem. Hij schreef een kroniek - Πέντε Χϱονογϱαφιῶν σπουδάσματα -, die hij met het jaar 219 afsloot, en een aan keizer Alexander Severus (222-235; geb. 209) opgedragen werk Kestoi, dat waarschijnlijk bestaan heeft uit 24 boeken; zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. X, s.v. Julius Africanus 47, koll. 116 vv.
-
voetnoot11
- Leo VI, de Wijze, (886-912; geb. 866), Byzantijns keizer, vader van Constantinus VII Porphyrogennetus (zie hierna, n. 12). Het meest bekende van zijn vele geschriften is Ταϰτιϰά, door Meursius in 1613 te Leiden uitgegeven; zie III, p. 352 n. 7.
-
voetnoot12
- Het aan Constantinus VII Porphyrogennetus toegeschreven Βιβλίον ταϰτιϰόν, τάξιν πεϱιέχον τῶν ϰατὰ ϑάλατταν ϰαὶ γῆν μαχομένων, bij Meursius, Opera Constantini (vgl. III, p. 352 n. 8), is van zijn kleinzoon Constantinus VIII (1025-1028); zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. IV, s.v. Constantinus 16, kol. 1035, 24-40.
-
voetnoot13
- De oudste schrijver over krijgswetenschap; hij schreef over dit onderwerp een groot aantal boeken, Πολιοϱϰητιϰά of Ταϰτιϰὸν ὑπόμνημα πεϱὶ τοῦ πῶς χϱὴ πολιοϱϰουμένους ἀντέχειν. Zie Pauly-Wissowa, Real-Enc. d. Class. Altert. I, s.v. Aineas 3, koll. 1019 vv.
|