Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1104. 1626 oktober 27. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot12.(Mon frère,) ...... gemeent door d'heer PijnackerGa naar voetnoot13 te bestellen, maer alsoo hij langer blijft dan ....... ick de mijne niet langer willen ophouden, te minder alsoo ick sedert ontfa(ngen) ....... van Ve October, waervoor ick uE. bedancke. De ordre t' Amsterdam ende de ...... Sijn Excellentie goedt; maer de voorslag van de amnestie is ...... veel wachtens aen. Middelertijdt blijf ick hyer in | |
onseeckerheyt ende ....... (oc)casie tot naedeel van mijne familie. 't Welck mij ende mijne ....... geeft van onlusten. De dienst, dye ick aen 't landt gedaen heb aengaende ......... grooter als ick soude derven schrijven ende vrese, dat mijn binnenhouden ...... maecken ende quaed doen. Des te meer dient gelet, dat de saecke ...... Nopende de man van AlcmaerGa naar voetnoot1 ick en weet niet off hij absent ........ als hij present soude doen, bijsonder alsoo sij luyden hebben, dye ...... enige notabele opening dede tot naedeel van de vijant soo ....... weder gaen. Misschyen oock dat men hem met cleyne moeyte ....... hij bij wijlen hyer oock wat miscontentements neemt. UE. moet (?) ..... Walaeus'Ga naar voetnoot2 propoost toonen passie .... ende zijn reden van difficulteyt ......... dat in de universiteyten van Engelant 't gevoelen der ......... maer oock bij enige geleerdt wordt. Ende als zij ....... een noodwendige regel, daer men in het minste niet ......... dat sij met de lutherschen noyt en connen ....... niet op het stuck van 't avontmael enige vereniging ..... in P .. l . ende omleggende plaetsen t'andere tijden gevoerd is. Want de leer van de synode is expresselijck bij de luthersche universiteyten gecondemneert. De censure van de professoren op den remonstranten confessieGa naar voetnoot3 heb ick gelesen, is vol bitterheydt, pleysterende haer schurft, ende de remonstranten met veele naeduydingh 't onrecht beswaerende. Dat en is de wegh niet om te accorderen. De comste van den successeur van monsr. d'EspesseGa naar voetnoot4 is door d'authoriteyt van monsr. de FiatGa naar voetnoot5 uytgestelt voor ontrent acht maenden. Hij heeft aen Defiat een groot steunsel. UE. sal wel doen kennisse te houden met SurianoGa naar voetnoot6. Vaert wel. Mijn huysvrouw doet haere gebiedenisse. Hyer zijn nieuwe clachten over d'Engelschen, omdat zij enige Fransche schepen hebben genomen als comende uyt Spangnie ofte gaende nae Spangnie. Den XXVII Octobr. XVIcXXVI Tot Parijs. UE. dienstwillige broeder
| |
Mijn huysvrouw heeft mede op huyden uE. missive ontfangen, sal niet naelaten met den eersten nae alles te vernemen ende uE. te adviseren. CousijnsGa naar voetnoot7 voorslagh van met DuyckGa naar voetnoot8 te spreecken behaeght mij soo weynigh als dye voor desenGa naar voetnoot9 van met Arsens te handelen. Ende de discoursen van dye van Amsterdam sont des desfaistes. Men soeckt mij te beletten om mijne fortuyne te maecken, alwaer het tot het minste naedeel van deghenen, dye voor mij niet staen, noch nae mij niet en vraegen. Laet het ons genoech sijn seven ofte acht jaeren lang bedrogen te zijn. 't Moet eens een eynd hebben, men sal anders met mij spotten ende ick sal mijn kinderen groot ongelijck en doen. Ick bid uE. laet ons eens | |
recht weten, als uE. cousijn sal spreecken, off het een lanterfanten wil blijven off niet. | |
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersb(erg, raedt in den) Hoogen Raide in (Hollant. In 's Gravenhage.) |
|