Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdNetwerkenDergelijke diagrammen doen denken aan stambomen. Inderdaad kan men contrafactcomplexen vaak in generaties indelen. In het zojuist gegeven voorbeeld kan men lied A beschouwen als de ‘moeder’ van contrafact B en als de ‘oma’ van G. Er zijn evenwel factoren waardoor het stamboommodel niet altijd opgaat. We kunnen daarom beter van ‘netwerken’ spreken. Zo is er de kruisverwijzing, die optreedt wanneer twee contrafacten elkaar als wijs noemen: | |
[pagina 223]
| |
De kruisverwijzing laat zien dat wijsaanduidingen niet altijd een getrouwe weerspiegeling zijn van de ware contrafactverhoudingen. De liederen A en B kunnen bijvoorbeeld langere tijd naast elkaar hebben bestaan, zodat het niet meer duidelijk was wie van de twee het oudste was. Een belangrijk element in contrafactnetwerken is voorts de meervoudige wijsaanduiding. We hebben al gezien dat ‘of’ twee betekenissen kan hebben: gelijkstellend of differentieel. Voor netwerken is dit een essentieel onderscheid. Laten we het volgende diagram eens bekijken:Het middelste lied maakt deel uit van twee contrafactcomplexen tegelijkertijd, namelijk dat van B en van E. Als het ‘of’ van de dubbele wijsaanduiding differentieel is, dan zijn dit twee verschillende complexen, dat wil zeggen complexen met twee verschillende melodienormen die toevallig dezelfde strofevorm hebben. Is ‘of’ echter gelijkstellend dan is er sprake van slechts één complex, waartoe alle drie liederen behoren. Zoals reeds gesteld in de paragraaf over meervoudige wijsaanduidingen is het vaak moeilijk uit te maken of een ‘of’ gelijkstellend of differentieel is. Meestal kan men daarover pas uitsluitsel krijgen nadat men zoveel mogelijk contrafacten op beide aangegeven melodieën in kaart heeft gebracht. Een relatie die voor het tekenen van contrafactnetwerken ongeveer dezelfde waarde heeft als een dubbele wijsaanduiding is de EMAW (Elders Met Andere Wijsaanduiding). Met vergelijke het volgende diagram met het vorige: | |
[pagina 224]
| |
Meestal komt een EMAW overeen met een gelijkstellend ‘of’, maar men kan daar niet zonder meer van uit gaan: het kan ook zijn dat het lied elders werkelijk op een andere melodie gezongen is. In dat geval is er sprake van een omwijzing. Een factor waarmee men tenslotte ook rekening dient te houden is de foutieve wijsaanduiding. Soms blijkt dat een melodie wordt aangeduid met de naam van een totaal andere melodie. Zo staat er boven een aantal liederen ‘Op de wijs van Fytje Floris’ terwijl de strofevorm niet overeenkomt met dit lied van Bredero maar met het bekende ‘Si c'est pour mon pucelage’. Een opvallende fout van hetzelfde type is Hoofts consequente gebruik van de wijsaanduiding ‘Cupido geeft my raedt’ voor liederen die niet de vorm van dit lied hebben, maar van het bekende ‘Esprits qui souspirez’Ga naar eind341. In het algemeen is het raadzaam pas een foutieve wijsaanduiding te veronderstellen wanneer tegenstrijdige gegevens geen enkele andere verklaring toelaten.
Bij ingewikkelde complexen verdient het aanbeveling diagrammen te tekenen in de trant van de bovenstaande voorbeelden. Behalve wijsaanduidingen en incipits kan men desgewenst ook literaire ontleningen en strofevormen aangeven. |
|