Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdDe meervoudige wijsaanduidingWanneer de dichter meer dan één wijsaanduiding wil geven doet hij dat in de vorm van een meervoudige wijsaanduiding, bijvoorbeeld:
De algemene vorm luidt: ‘op de wijs van X of Y’, waarbij X en Y in beginsel wijsnoemers van elk enkelvoudig type kunnen zijn, inclusief bijzondere wijsaanduidingen. De bedoeling laat zich eenvoudig raden: men kan het lied zowel op wijs X zingen als op wijs Y. Daarbij | ||||||||
[pagina 192]
| ||||||||
kunnen X en Y op dezelfde melodie betrekking hebben maar ook op twee verschillende. Zo gaat de X van het eerste voorbeeld (‘Verheven grootsche siel’ van P.C. Hooft) op dezelfde melodie als Y (‘Fortuin helas bedroeft’): ‘Verheven grootsche siel’ is namelijk een contrafact op ‘Fortuin helas bedroeft’. In het tweede voorbeeld wordt daarentegen naar verschillende melodieën verwezen: het liefdesliedje ‘Schoon lief wilt my troost geven’ (X) gaat niet op dezelfde wijs als psalm 6 (Y). ‘Of’ kan dus twee betekenissen hebben: gelijkstellend (synoniem) of verschilmakend (differentieel). Voor de musicoloog kan het van groot belang zijn te weten of hij in een bepaald geval met een gelijkstellend of differentieel ‘of’ te maken heeft. Het probleem daarbij is dat hij dat maar zelden aan de wijsaanduiding zelf kan zien. Bijna altijd is er externe evidentie noodzakelijk, zoals bij het eerste voorbeeld de wetenschap dat X een contrafact is op Y en bij het tweede voorbeeld dat liefdesliedjes zelden of nooit op psalmmelodieën gaan. Bij het derde voorbeeld kan men evenwel zonder verdere kennis van de melodie aannemen dat de sapphicazang iets anders is dan de melodie die op de wijsaanduiding volgt (hier niet afgedrukt); daar wijst ‘of anders’ duidelijk genoeg op. Ook het vrij zeldzame ‘oock’ van het vierde voorbeeld lijkt differentieel bedoeld te zijn. In de - talrijke - gevallen van twijfel kan men trachten vast te stellen of er binnen het betreffende liedboek door de uitgever enige systematiek ten aanzien van synonieme en differentiële wijsaanduidingen wordt gehanteerd. In beginsel is de meervoudige wijsaanduiding niet meer dan een extra service van de dichter of van de uitgever die behalve het in de eerste wijsaanduiding genoemde lied nog een lied kent waarop het nieuwe lied gezongen kan worden, en dat de zanger wil laten weten. Voor deze zanger is het dan van secundair belang of het tweede lied op dezelfde of op een andere melodie gaat als het eerste. In beide gevallen wordt de kans vergroot dat hij het nieuwe lied kan zingen: kent hij de ene wijsnaam niet, dan wellicht de andere. Het verschil tussen twee liederen op dezelfde melodie kan veel sterker worden ervaren dan men zou denken, zo sterk dat men zich vaak niet eens realiseert dat het om dezelfde melodie gaat. Een ervaringsvoorbeeld uit het dagelijks leven: de lezer kent wellicht ‘Het peerd van Ome Loeks is dood’ en het Sinterklaasliedje ‘Daar wordt op de deur geklopt’. Maar hebt u zich ooit gerealiseerd dat deze liedjes op dezelfde melodie gaan?Ga naar eind281 De vraag naar de interpretatie van de meervoudige wijsaanduiding als een gelijkstellend of differentieel gegeven is niet zozeer een 17e-eeuws probleem, maar een probleem van de moderne onderzoeker. Voor hem kan het verschil essentieel zijn bij onderzoek naar de muzikale identiteit van een wijsaanduiding (zie p. 223). Wanneer een lied op verschillende melodieën gezongen kan worden, is er sprake van wat ik alternatieve meerwijzigheid zou willen noemen. Zoals gezegd kan de dichter of uitgever de zanger hierop attent maken door middel van een meervoudige wijsaanduiding met een differentieel ‘of’. Alternatieve meerwijzigheid treedt ook op wanneer in verschillende bronnen voor hetzelfde lied verschillende melodieën worden opgegeven. We hebben dan te maken met een ‘EMAW-situatie’ (Elders Met Andere Wijsaanduiding), tenminste wanneer die verschillende wijsaanduidingen inderdaad naar verschillende melodieën verwijzen. EMAW's kunnen namelijk evenals meervoudige wijsaanduidingen zowel differentieel als gelijkstellend zijn. | ||||||||
[pagina 193]
| ||||||||
De meervoudige wijsaanduiding is een verschijnsel dat in de meeste Nederlandse liedboekjes uit de eerste helft van de 17e eeuw wel een of meer keren voorkomt. Van alle wijsaanduidingen uit mijn corpus is zo'n 7 tot 8 procent meervoudig. De meeste meervoudige wijsaanduidingen zijn dubbel, een op de tien is drievoudig. Vier-, vijf- of nog meervoudige wijsaanduidingen komen minder vaak voor. Het is opvallend dat in sommige liedboeken veel meer van meervoudige wijsaanduidingen wordt gebruik gemaakt dan in andere. Het gaat daarbij niet alleen om de frequentie maar ook om de aantallen alternatieven. De samenstellers van dergelijke - doorgaans geestelijke - bundels lijken er plezier in te hebben gehad zoveel mogelijk wijzen bij de liederen te vermelden. Zo noteert D.P. Pers in zijn drie geestelijke liedboeken opvallend veel meervoudige wijsaanduidingen, waaronder drie-, vier- en zelfs enkele vijfvoudige. Zijn oogmerk is vermoedelijk de zanger keuzemogelijkheid te bieden. Blijkens zijn voorwoord tot het Gesangh der zeeden heeft hij vooral algemeen bekende melodieën gebruikt maar daaraan ook nieuwe toegevoegd om de jeugd te plezieren. Een van zijn viervoudige wijsaanduidingen verwijst naar Questa dolce Sirena. Of, Het betreft hier vier verschillende melodieën, afkomstig uit vier verschillende repertoires: de balletten van Gastoldi, het politieke lied, het Duitse kerklied en het Geneefse psalter. Elders geeft Pers een vijfde alternatief, ‘Waeckt op ghy Christen alle’, dat uit de Duitse evangelische kerk stamtGa naar eind283. In een andere vijfvoudige wijsaanduiding noemt Pers ook al evangelische melodieën: Maximil. van Bossu. Of, De Duitse melodieën zijn alle vier verschillendGa naar eind284, maar ‘Maximilianus van Bossu’ en ‘Het Heyl is ons gekomen siet’ gaan in beginsel op dezelfde wijs. Deze vijfvoudige wijsaanduiding verwijst dus naar vier verschillende melodieën. Uit de Zuidelijke Nederlanden kan Een geestelijck liedtboecxken uit 1616 genoemd worden, waarin vrij veel meervoudige wijsaanduidingen voorkomen, zoals deze zevenvoudige: Van den uyl | ||||||||
[pagina 194]
| ||||||||
Elders in het boekje wordt bij een dergelijke opsomming ook het lied van Gerrit van Velsen genoemd voor een lied met dezelfde vorm. Voor nog langere wijsaanduidingen moeten we de taalgrens over: het reeds genoemde La pieuse alouette uit Valenciennes (1619) breekt alle records met een 52-voudige wijsaanduiding (vb. 27). In de tweede helft van de 17e eeuw blijft de meervoudige wijsaanduiding in zwang. Bij Wilhelm Sluiter vinden we bijvoorbeeld Psalm 128. Of: elders psalm 128 of 130, het Wilhelmus en ‘Gants treurig en verslagen’Ga naar eind286. Ook in Den singende swaen (1664) komen veel drie- en meervoudige wijsaanduidingen voor. Voor het Wilhelmus geeft De Swaen vier alternatieven: Het aertje van de wijnen. Ofte: De hier aangehaalde voorbeelden van Pers, Sluiter en De Swaen rond wat ik de Wilhelmusstrofe zou willen noemen, behoren tot de meest complexe wijsaanduidingen in de betreffende liedboeken. Deze strofevorm is dan ook een van de meest gebruikte van de tijd en leent zich voor nog veel meer melodieën. Daarbij is het opvallend dat steeds het Wilhelmus, een van de populairste melodieën van de 17e eeuw, genoemd wordt, en wel als enige in alle aangehaalde gevallen. Een ander voorbeeld van complexvorming rond het Wilhelmus vindt men bij Wits: Stemmen: Psal. 128. ende 130. Kalff noemt ter illustratie van de meervoudige wijsaanduiding ook al complexen waarin het Wilhelmus voorkomt: uit Van Manders Gulden harpe: ‘Wilhelmus van Nassouwen/ oft/ Saligh is hy bedeghen/ oft/ Nachtegael int’; uit het Nieu Medemblicker lietboeck (1631): ‘Gheluck vrede en 't leven/ of/ Wilhelmus van Nassouwe/ of/ Van de schoon Hollantse Bruyt/ of/ De 6e Psalm’; uit Het Ryper liedtboecxken (1669): Wilhelmus van Nassouwen/ of/ Vanden 130en Psalm/ of/ Dat viel een Hemels douwe/ of/ De winter is ons vergangen/ of/ O Godt al van der minnen’Ga naar eind289. De wijsaanduiding voor een ‘Ghesangh voor 't Vrye Neder-landt’ (1623) vat dit alles bondig samen: Op de voyse: | ||||||||
[pagina 195]
| ||||||||
Voorbeeld 27: Een extreem lange meervoudige wijsaanduiding. Montage naar La pieuse alouette deel 1 (1619), pp. 201-203
|
|