Wijsaanduidingen op rijm
Sommige dichters hadden er aardigheid in de traditionele formules in verzen te vatten. Men kan wijsaanduidingen op rijm vinden onder meer in Den nieuwen lusthof, in het handschrift van Wouter Verhee (beide geciteerd op p. 33) en in het pamflet Vredezangh van Reynier Telle (1617), waaraan ik de volgende voorbeelden ontleen:
Bewaert my Heer, weest doch mijn toeverlaet,
Dat is de voys daer 't eerste Deel op gaet.
Die niet vermoeyt en is, die mach dit tweede singen,
En over een met dit Françoysche deuntjen bringen.
O nuict jalouse nuict contre moy conjuree.
Hoe seer dat mijn ziel is gequelt,
Daer is dit oudt Liedt op gestelt.
Leest ghy, 't is wel, maer singht ghy, dit's de wijs,
Van datter volght, tot Godes lof en prijs.
O nuict jalouse nuict contre moy conjuree.